Installatie en Aansluiting
OPMERKING!
Stel de P0151 en P0185 in op hun maximale waarden (400 V of 800 V) wanneer u gebruik maakt
van dynamisch remmen.
3.2.3.3.1 Afmetingen van Remweerstand
De volgende toepassingsgegevens moeten in aanmerking worden genomen voor de juiste afmetingen van de
remweerstand:
Gewenste deceleratietijd.
Traagheidsbelasting.
Remcyclus.
In ieder geval moeten de effectieve stroomwaarde en de maximale remstroomwaarde in
3
3-21
worden aangehouden.
De maximale remstroom bepaalt de minimale remweerstandswaarde in Ohm.
Het spanningsniveau van de DC Link voor het in werking stellen van de functie dynamisch remmen wordt
bepaald door parameter P0153 (dynamisch remniveau).
Het vermogen van de remweerstand is afhankelijk van de deceleratietijd, de traagheidsbelasting en het lastkoppel.
Voor de meeste toepassingen wordt een remweerstand met de waarde in Ohm aangegeven in
3-21
en een vermogen van 20 % van het nominale vermogen van de aangedreven motor gebruikt. Gebruik
keramische draadweerstanden met geschikte isolatiespanning die hoge momentstroom kunnen weerstaan ten
aanzien van het nominale vermogen. Voor kritieke toepassingen met zeer korte deceleratietijden en een hoge
traagheidsbelasting (b.v.: centrifuges) of een korte cyclusduur, dient u contact op te nemen met WEG voor de
geschikte afmetingen van de remweerstand.
3-20 | CFW-11
Tabel 3.5 op pagina
Tabel 3.5 op pagina