INSTALLATIE
Veiligheid
INSTALLATIE
7.
Veiligheid
Installatie, ingebruikname, onderhoud en reparatie van het toestel
mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd
worden.
7.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Alle vereiste handelingen tot en met de eerste ingebruikname van
het toestel moeten door een vakman uitgevoerd worden. Daarbij
moet deze installatiehandleiding nageleefd worden.
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
Let op de plaatselijke bouwbepalingen, bedrijfs- en brandweer-
bepalingen, alsmede bepalingen in verband met de wettelijke
bepalingen en voorschriften voor emissiebescherming.
In Duitsland zijn dit bijvoorbeeld:
TA-geluid: Techn. handleiding ter bescherming tegen geluidsover-
last
ENEV: Energiebesparingsbesluit
Neem de voorschriften in acht van het plaatselijke waterleidings-
bedrijf.
7.2
Voorschriften, normen en bepalingen
Instructie
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
7.2.1 Elektrische installatie
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle aansluitingen en montagewerken betreffen-
de het stroomnet uit conform de nationale en regionale
voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Schakel het toestel altijd spanningsvrij voordat er rei-
nigings- en onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
worden.
Materiële schade
!
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Houd rekening met de specificaties op het
typeplaatje.
DIN VDE 0100: Bepalingen voor het oprichten van sterkstroomin-
stallaties met een nominale spanning tot 1.000 V
VDE 0701: Bepalingen voor reparatie, wijziging en testen van ge-
bruikte elektrische apparatuur
DIN-EN 60335 deel 2-40: Veiligheid van elektrische apparaten voor
huishoudelijk gebruik en vergelijkbare doeleinden
14
| LWA 252 / LWA 252 SOL
VDE 0298-4: Aanbevolen waarden voor de stroomdoorvoercapaci-
teit van kabels en leidingen voor vaste plaatsing in en bij gebou-
wen en van flexibele leidingen
TAB: Technische aansluitvoorwaarden voor aansluiting op het
laagspanningsnet.
7.2.2 Waterinstallatie
DIN 1988, DIN EN 806: Technische regels voor tapwaterinstallaties
TRD 721 – Veiligheidsuitrustingen tegen drukoverschrijding - vei-
ligheidsventielen.
7.2.3 Ventilatie-installatie
DIN 1946 T1, T6 – Techniek voor de ventilatie van een ruimte
DIN EN779 - Deeltjesluchtfilter voor de algemene techniek voor de
ventilatie van een ruimte
VDI 2087 – Ventilatiekanalen
7.2.4 Koelcircuit
EN 378: Veiligheidstechnische eisen en eisen met betrekking tot
het milieu
Veiligheidsgegevensblad van het koelmiddel
7.3
Het toestel gebruiken in gebouwen met
vuurhaarden
Als er in de woning vuurhaarden zijn voorzien (kachels, open
haard, enz.), moet de toelating van de verantwoordelijke schoor-
steenveger worden verkregen. Hij gaat na of er aan de wettelijke
regelingen voldaan wordt. Het is aan te bevelen de schoorsteen-
veger reeds in een vroege fase bij de planning te betrekken.
Als er zowel een vuurhaard als een ventilatietoestel wordt ge-
bruikt, is het aan te bevelen een kamerluchtonafhankelijke vuur-
haard te kiezen. De mogelijkheid om een veiligheidsinrichting
(bijv. drukverschilschakelaar) te installeren, moet altijd worden
ingepland.
Daartoe moet een ten minste 5-aderige kabel worden geïnstal-
leerd van de vuurhaard naar het toestel of naar de schakelkast in
de huisinstallatie waarop het toestel aangesloten is.
WAARSCHUWING Letsel
!
Zorg ervoor dat er geen rookgassen in de opstelruimte
kunnen geraken en dat er altijd voldoende verbrandings-
lucht naar de stookplaats gevoerd wordt. Daartoe moet
een goedgekeurde veiligheidsinrichting geïnstalleerd
worden die de schoorsteentrek bewaakt en in geval van
storingen het ventilatietoestel uitschakelt.
Vereisten voor de veiligheidsinrichtingen
De inrichting van de drukverschilbewaking moet aan de volgende
vereisten voldoen:
- Bewaking van het drukverschil tussen het verbindings-
element naar de schoorsteen en de opstelruimte van de
vuurhaard.
- Mogelijkheid voor het aanpassen van de uitschakelwaarde
voor het drukverschil aan de minimale trekbehoefte van de
stookplaats.
www.stiebel-eltron.com