3 Behandeling
3.1 Ontvangst
Controleer de motor onmiddellijk na ontvangst op
uitwendige beschadigingen (bijv. asuiteinden, flenzen en
lakwerk) en meld eventuele beschadigingen direct aan de
transporteur.
Controleer de gegevens op de gegevensplaat, met name
het voltage en hoe de wikkelingen geschakeld dienen te
worden (ster of driehoek). Het type lager wordt, behalve
bij de kleinste framematen, op de gegevensplaat van alle
motoren aangegeven.
Controleer bij systemen met variabele snelheid de
maximale belasting die is toegestaan volgens de frequentie
die op het secundaire typeplaatje staat vermeld.
3.2 Transport en opslag
De motor dient binnen opgeslagen te worden (boven
–20°C), in een droge, trillingsvrije en stofvrije omgeving.
Tijdens het transport dienen schokken, vallen en vocht
vermeden te worden. Neem a.u.b. contact op met ABB als
er nog andere condities optreden.
Onbeschermde, machinaal bewerkte oppervlakten
(aseinden en flenzen) dienen te worden voorzien van een
roestwerend middel.
We adviseren u de assen regelmatig met de hand te
draaien (elke drie maanden) zodat het vet goed in de lagers
verdeeld blijft.
We adviseren u anti-condensatieverwarming toe te passen
om condensatie van in de motor aanwezig water te
voorkomen.
Om schade aan de lagers te voorkomen, mag de motor
niet worden blootgesteld aan externe trillingen bij stilstand.
Motoren die uitgevoerd zijn met cilindrische rol- en/
of hoekcontactlagers dienen tijdens vervoer te worden
voorzien van transportvergrendeling.
3.3 Hijswerkzaamheden
Alle ABB-motoren zwaarder dan 25 kg zijn voorzien van
hijsogen of oogbouten.
Gebruik uitsluitend de primaire hijsogen of oogbouten om
de motor op te hijsen. De hijsogen mogen niet gebruikt
worden om de motor op te hijsen als die aan andere
apparatuur is gekoppeld.
Niet de hijsogen op aangesloten apparatuur (bijv. remmen,
afzonderlijke koelventilatoren) of op aansluitdozen
gebruiken voor het ophijsen van de motor. Vanwege een
verschillend vermogen, montage-opstelling en aangesloten
apparatuur kunnen motoren met hetzelfde frame een
verschillend zwaartepunt hebben.
Beschadigde hijsogen niet meer gebruiken. Controleer
voorafgaand aan hijswerkzaamheden de oogbouten en/of
vastgemonteerde hijsogen op beschadigingen.
6
ABB-motoren en generatoren | Handleiding voor laagspanningsmotoren, 3GZF500730-85 Rev G 07-2016
Hijsogen of oogbouten moeten voor het hijsen worden
aangetrokken. Indien nodig, dient u de positie van de
oogbouten zonodig met geschikte (pas)ringen aan te
passen.
Controleer of de juiste hijsmaterialen worden gebruikt en of
de grootte van de haken geschikt is voor de hijsogen.
Voorkom beschadiging van op de motor aangesloten
apparatuur en kabels.
Verwijder mogelijke transporthulpmiddelen waarmee de
motor aan het pallet is vastgemaakt.
Specifieke hijsinstructies zijn verkrijgbaar van ABB.
WAARSCHUWING!
Tijdens het tillen, de montage en de
onderhoudswerkzaamheden moeten alle nodige
veiligheidsoverwegingen worden genomen en moet
er met name voor gezorgd worden dat niemand
gewond kan raken door de getilde last.
3.4 Motorgewicht
Afhankelijk van het vermogen, de montageopstelling en aan
te sluiten apparatuur kan bij types van dezelfde framemaat
(ashoogte) het totale gewicht van de motor verschillen.
Onderstaande tabel toont het geschatte maximumgewicht
van de motoren in hun basisuitvoering voor de
verschillende materiaalsoorten van het frame.
Van alle ABB-motoren, uitgezonderd die met de kleinste
framematen (56 en 63), staat het gewicht vermeld op het
typeplaatje.
Framemaat
Aluminium
Gewicht/kg
56
4,5
63
6
71
8
80
14
90
20
100
32
112
36
132
93
160
149
180
162
200
245
225
300
250
386
280
425
315
-
355
-
400
-
450
-
Vraag ABB naar het gewicht als de motor is voorzien van
een afzonderlijke ventilator.
Gietijzer
Toevoegen.
voor remmen
Gewicht/kg
-
-
-
-
13
5
20
8
30
10
40
16
50
20
90
30
130
30
190
45
275
55
360
75
405
75
800
-
1700
-
2700
-
3500
-
4500
-