5. Werking
5.1 Algemeen
Tenzij anders vermeld op het typeplaatje, zijn de motoren
onder de volgende omgevingsfactoren geschikt voor
toepassing:
- Motoren dienen alleen in vaste installaties te worden
geïnstalleerd.
- Het normale bereik voor de omgevingstemperatuur is
van –20°C tot +40°C.
- De maximale opstellingshoogte is 1000 m boven
zeeniveau.
- De variatie van de voedingsspanning en -frequentie
mag niet hoger zijn dan de in de desbetreffende
normen genoemde grenzen. De tolerantie voor
voedingsspanning is ±5% en die voor frequentie ±2%
volgens afbeelding 4 (EN / IEC 60034-1, paragraaf 7.3,
Zone A). Beide extreme waarden behoren niet gelijktijdig
op te treden.
De motor mag uitsluitend worden gebruikt voor
toepassingen waarvoor deze geschikt is. De nominale
waarden en de bedrijfscondities staan vermeld op het
typeplaatje. In aanvulling daarop dienen de aanwijzingen
en adviezen in deze handleiding en andere instructies en
normen te worden opgevolgd.
Bij overschrijding van de vermelde standaard
bedrijfscondities dient u de motor- en constructiegegevens
te controleren. Neem a.u.b. contact op met ABB voor
verdere informatie.
WAARSCHUWING!
Het niet opvolgen van deze aanwijzingen of het niet
uitvoeren van onderhoud brengt de veiligheid in
gevaar en maakt de motor feitelijk ongeschikt voor
gebruik.
Laagspanningsmotoren handleiding, 3GZF500730-85 Rev G 07-2016 | ABB-motoren en generatoren
11