1. Inleiding
OPMERKING!
Deze instructies moeten worden opgevolgd om een
veilige en juiste installatie, bediening en onderhoud
van de motor te waarborgen. Iedereen die de
motoren of bijbehorende apparatuur installeert,
bedient of onderhoudt, dient met de inhoud van
deze handleiding bekend te zijn. De motor mag
uitsluitend geïnstalleerd en gebruikt worden door
gekwalificeerd personeel dat op de hoogte is van
de voorschriften op gebied van gezondheid en
veiligheid. Het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding kan alle geldende garanties doen
vervallen.
1.1 Conformiteitsverklaring
De conformiteit van het eindproduct volgens Richtlijn
2006/42/EC (Machinerichtlijn) moet worden vastgesteld
door de opdrachtgever als de motor aan de machine wordt
gemonteerd.
1.2 Geldigheid
Deze instructies gelden voor de volgende typen ABB
laagspanningsmotoren voor zowel gebruik als motor en als
generator.
serie MT*, MXMA,
serie M1A*, M2A*/M3A*, M2B*/M3B*, M4B*, M2C*/M3C*,
M2F*/M3F*, M2L*/M3L*, M2M*/M3M*, M2Q*, M2R*/M3R*,
M2V*/M3V*
in framegrootte 56 - 450.
Er is een afzonderlijke handleiding voor bijv. Ex motoren
'Laagspanningsmotoren voor explosieve omgevingen:
Installatie-, bedienings-, onderhouds- en veiligheidshandlei-
ding (3GZF500730-47)
Voor sommige motoren kan aanvullende informatie nodig
zijn in verband met een speciale toepassing en/of ontwerp.
Een aanvullende handleiding is verkrijgbaar voor de
volgende motoren:
– motoren voor rollenbanen
– watergekoelde motoren
– rookgasmotoren
– remmotoren
– motoren voor hoge omgevingstemperaturen
– Motoren in maritieme toepassingen voor montage op
open dek van schepen of offshore-eenheden
Laagspanningsmotoren handleiding, 3GZF500730-85 Rev G 07-2016 | ABB-motoren en generatoren
2. Veiligheidsoverwegingen
De motor mag uitsluitend geïnstalleerd en gebruikt worden
door gekwalificeerd personeel dat op de hoogte is van de
voorschriften op gebied van gezondheid en veiligheid.
Aan de motor dienen veiligheidsvoorzieningen aangebracht
te worden overeenkomstig de ter plaatse geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen.
WAARSCHUWING!
Noodstopvoorzieningen moeten zijn voorzien van
een herstartvergrendeling. Na een noodstop wordt
een nieuwe startcommando pas effectief nadat de
herstartvergrendeling opzettelijk wordt opgeheven.
Aandachtspunten:
1. Ga niet op de motor staan.
2. De motorbehuizing kan tijdens en na normaal bedrijf
heet zijn, pas daarom op bij aanraking.
3 Sommige speciale motortoepassingen kunnen extra
instructies vereisen (bijvoorbeeld als ze worden geleverd
met frequentieomvormer).
4. Let op de draaiende delen van de motor!
5. De klemmenkasten niet openen bij ingeschakelde
voeding.
5