2.1.2. WEERGAVEFUNCTIES
Weergave van de golfvormen (spanning en stroom).
Weergave van de frequentiediagrammen (spanning en stroom) (exclusief stroom nulleider)
Schermkopieën (max. 12).
Functie transiënten (uitsluitend voor de C.A 8333). Detectie en registratie van de transiënten (tot 51) gedurende een gekozen
tijdsduur en op een gekozen datum (programmering van begin en eind van het zoeken naar transiënten). Registratie van 4
complete periodes (een voor het evenement dat de transiënt veroorzaakt heeft en drie erna) op de 6 vergaringswegen.
Functie trendregistratie (data logging). 2Gb aan geheugen met tijdsaanduiding en programmering van het begin en het einde
van een registratie – max. 100 registraties. Afbeelding, in de vorm van histogrammen of curven, van de gemiddelde waarde
van talrijke parameters, afhankelijk van de tijd, met of zonder de MIN-MAX.
Alarmfunctie (uitsluitend voor de C.A 8333). Lijst met de geregistreerde alarmen (max. 4662 alarmen) afhankelijk van de in het
configuratiemenu geprogrammeerde drempelwaarden. Programmering van het begin en het eind van een surveillance van de
alarmen – maximaal 2 surveillances.
2.1.3. CONFIGURATIERFUNCTIES
Instelling van de datum en de tijd.
Instelling van de lichtsterkte.
Keuze van de kleuren van de curven.
Keuze van de controle over het uitzetten van het scherm.
Keuze van de weergave in de nachtmodus.
Keuze van de berekeningsmethodes (al dan niet ontbonden niet-actieve grootheden, keuze van de berekeningscoëfficiënten
van de K-factor, keuze van de referentie van de vervormingsfactor (uitsluitend voor de C.A 8333).
Keuze van het distributiesysteem (eenfase, tweefasen, driefasen met of zonder nulleidermeting) en van de aansluitingsmethode
(standaard of 2 elementen).
Configuratie van de registraties, de alarmen (uitsluitend voor de C.A 8333) en de transiënten.
Wissen van de gegevens (geheel of gedeeltelijk).
Weergave van de identificatie van de software en hardware van het apparaat.
Taalkeuze.
Weergave van de gedetecteerde en niet gedetecteerde, onbeheerde, gesimuleerde of niet simuleerbare stroomsensoren
(aansluitingsmethode van de 2 elementen en driefasenaansluiting van 4 draden). Instelling van de spannings- en
stroomverhoudingen, de transductieverhoudingen en de gevoeligheid.
9