15.3.4. EIGENSCHAPPEN VAN HET LOSSE APPARAAT (ZONDER STROOMSENSOR)
Grootheden m.b.t. de stroom- en spanningswaarden
Meting
Frequentie
fase-
Spanning
RMS
(5)
samengesteld
fase-
Gelijkspanning
(DC)
(6)
samengesteld
fase-
Spanning
RMS½
samengesteld
fase-
Piekspanning
(peak)
samengesteld
Intensiteit van de korte termijn flikkering
(PST)
Piekfactor (CF)
(spanning en stroom)
(1) Bij 1000 Vrms categorie III, mits de spanningen tussen alle klemmen en de aarde niet meer bedragen dan 1000 Vrms.
(2) Bij tweefasen (tegengestelde fasen) – zelfde opmerking als voor (1).
(3) Beperking van de spanningsingangen.
(4) 1000 x √2 ≈ 1414; 2000 x √2 ≈ 2828;
(5) Totale RMS waarde en RMS waarde van de grondgolf
(6) Component harmonische DC (n=0)
Meetbereik buiten verhouding
(met eenheidsverhouding)
Minimum
Maximum
40 Hz
70 Hz
2 V
1000 V
2 V
2000 V
2 V
1200 V
2 V
2400 V
2 V
1000 V
2 V
2000 V
2 V
1414 V
2 V
2828 V
0
12
1
9,99
75
Weergaveresolutie
(met eenheidsverhouding)
10 mHz
100 mV
V < 1000 V
(1)
1 V
V ≥ 1000 V
100 mV
U < 1000 V
(2)
1 V
U ≥ 1000 V
100 mV
V < 1000 V
(3)
1 V
V ≥ 1000 V
100 mV
U < 1000 V
(3)
1 V
U ≥ 1000 V
100 mV
V < 1000 V
(1)
1 V
V ≥ 1000 V
100 mV
U < 1000 V
(2)
1 V
U ≥ 1000 V
100 mV
V < 1000 V
(4)
1 V
V ≥ 1000 V
100 mV
U < 1000 V
(4)
1 V
U ≥ 1000 V
0,01
0,01
Max. intrinsieke fout
±10 mHz
±(0,5 % + 200 mV)
±(0,5 % + 1 V)
±(0,5 % + 200 mV)
±(0,5 % + 1 V)
±(1 % + 500 mV)
±(1 % + 1 V)
±(1 % + 500 mV)
±(1 % + 1 V)
±(0,8 % + 1 V)
±(0,8 % + 1 V)
±(3 % + 2 V)
±(3 % + 2 V)
Zie bijbehorende
tabel
±(1 % + 5 pt)
CF < 4
±(5 % + 2 pt)
CF ≥ 4