dan terug naar interlace (standaardinstelling)
(pagina 28).
• De SCART (EURO AV) kabel is niet goed
aangesloten.
• De SCART (EURO AV) kabel is beschadigd.
• Het toestel is niet aangesloten op de juiste
EURO AV t INPUT-aansluiting (pagina 27).
• De video-ingang van de TV is niet ingesteld om
beelden met het toestel te bekijken.
• Controleer de uitvoer van uw systeem
(pagina 90).
Het beeld vertoont ruis.
• De disc is vuil of vervormd.
Het beeld vult niet volledig het scherm, ook al
is de breedte/hoogte-verhouding onder [TV
TYPE] bij [SCHERMINSTELLING] op het
instelscherm ingesteld.
• De breedte/hoogte-verhouding ligt vast.
Geluid
Geen geluid.
• De luidsprekerkabel is niet goed aangesloten.
• Druk op MUTING op de afstandsbediening
wanneer "MUTING ON" verschijnt in het
uitleesvenster op het voorpaneel.
• Het toestel staat in de pauzestand of in de
vertraagde weergavemodus. Druk op H om
terug te keren naar de normale weergavemodus.
• Snel vooruit of snel achteruit is bezig. Druk op
H om terug te keren naar de normale
weergavemodus.
• Controleer de luidsprekerinstelling (pagina 91).
Het geluid uit de linker en rechter luidsprekers
is niet in balans of is omgewisseld.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
De subwoofer produceert geen geluid.
• Controleer de aansluitingen en instellingen van de
luidsprekers
(pagina 16, 91).
• Stel het geluidsveld in op "AUTO FORMAT
DIRECT
AUTO" (pagina 68).
Sterke brom of ruis is hoorbaar.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de aansluitsnoeren zich niet in de
buurt van een transformator of motor bevinden, en
minstens 3 meter verwijderd zijn van een TV-
toestel of fluorescentieverlichting.
• Plaats de TV verder van de audiocomponenten af.
96
NL
• De stekkers en aansluitingen zijn vuil. Maak ze
schoon met een doek die lichtjes is bevochtigd
met alcohol.
• Reinig de disc.
Er is minder stereo effect bij het afspelen van
een VIDEO CD, een CD of een MP3.
• Stel [GELUID] in op [STEREO] door op AUDIO
te drukken (pagina 66).
• Controleer of het toestel goed is aangesloten.
Het surround effect is moeilijk hoorbaar bij
weergave van een Dolby Digital, DTS of MPEG
geluidsspoor.
• Controleer of de geluidsveldfunctie aan is
(pagina 68)
.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en –
instelling (pagina 16, 91).
• Bij sommige DVD's is het uitgangssignaal niet
volledig compatibel met 5.1 kanalen. Het kan
mono of stereo zijn, ook al is het geluidsspoor
opgenomen in Dolby Digital of MPEG
audioformaat.
Alleen de middenluidspreker werkt.
• Bij sommige discs weerklinkt het geluid alleen uit
de middenluidspreker.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
• Controleer de aansluitingen en instellingen van de
luidsprekers.
• Controleer of de geluidsveldfunctie aan is
.
(pagina 68)
• Bij sommige geluidsbronnen is het effect van de
middenluidspreker minder uitgesproken.
De surroundluidsprekers produceren geen of
slechts een heel zwak geluid.
• Controleer de aansluitingen en instellingen van de
luidsprekers.
• Controleer of de geluidsveldfunctie aan is
.
(pagina 68)
• Bij sommige geluidsbronnen is het surround-
effect minder uitgesproken.
• De draadloze instelling van de surround
luidspreker is niet correct (pagina 34).
• Het plasmascherm kan de transmissie hinderen; in
dit geval dient u de positie van de IR zender en IR
ontvanger aan te passen (pagina 34).
• Plaats de IR ontvanger niet op een plaats waar hij
is blootgesteld aan directe zonnestraling of sterk
licht (bijv. een gloeilamp).
• Reinig het oppervlak van de IR zender en IR
ontvanger.