2.12. LAMPJES
Lampjes en
Beschrijving
kleur
Toestand van de registratie
REC
Lampje uit: geen enkele registratie in stand-by of bezig
Rood lampje
Lampje knippert: registratie in stand-by
Lampje brandt: registratie bezig
Wi-Fi
Lampje uit: wifi-verbinding uit (gedeactiveerd)
Lampje brandt: wifi-verbinding geactiveerd, maar zonder transmissie
Groen lampje
Lampje knippert: wifi-verbinding geactiveerd en transmissie bezig
Volgorde van de fasen
Lampje uit: volgorde fasedraaiing correct
Lampje knippert: volgorde fasedraaiing niet correct. Dat wil zeggen dat we een van de volgende gevallen
zich voordoet:
Rood lampje
Overbelasting
OL
Uit: geen overbelasting op de ingangen
Lampje knippert: minstens een ingang is overbelast, er mist een snoer of dit is op een verkeerde klem aan-
Voyant rouge
gesloten
SD-kaart
Groen controlelampje brandt: De SD-kaart is OK
Rood lampje knippert: de SD-kaart wordt geïnitialiseerd
Lampje rood/
Lampje knippert afwisselend rood en groen: de SD-kaart is vol
groen
Lichtgroen lampje knippert: de SD-kaart zal vol zijn voor het einde van de huidige registratie
Rood controlelampje brandt: SD-kaart afwezig of vergrendeld
Accu
Lampje uit: accu vol
Lampje oranje/
Oranje controlelampje brandt: accu is aan het opladen
Het oranje lampje knippert: accu is bezig op te laden na volledig leeg geweest te zijn
rood
Het rode lampje knippert: accu bijna leeg (en geen netspanning)
Stroomvoorziening
Lampje aan: externe voeding aanwezig
Groen lampje
Lampje uit: externe voeding afwezig
in de
Aan-/Uitknop
Ethernet
Groen lampje
Lampje uit: geen activiteit
ingebouwd in
Lampje knippert: activiteit
de connector
Ethernet
Lampje uit: de batterij of de Ethernet controller is niet geïnitialiseerd
Knippert langzaam (een per seconde): de batterij is goed geïnitialiseerd
Geel lampje
Knippert snel (10 per seconde): de Ethernet controller is goed geïnitialiseerd
ingebouwd in
Twee keer snel knipperen, gevolgd door een pauze: fout DHCP
de connector
Lampje aan: netwerk geïnitialiseerd en klaar voor gebruik
■ de faseverschuiving tussen de fasestroomwaarden is 30° meer t.o.v. de normale situatie (120° bij
drie fasen en 180° bij twee fasen).
■ de faseverschuiving tussen de fasespanningen is meer dan 10° t.o.v. de normale situatie.
■ de faseverschuiving tussen de stroom- en spanningswaarden van iedere fase is meer dan 60° t.o.v.
0° (over een belasting) of 180° (over een bron).
Tabel 4
15