GEAVANCEERDE FUNCTIES
— Geheugenpunten
bewerken
Icoon, attribuut, naam, locatie en/of tele-
foonnummer van een geregistreerd ge-
heugenpunt kunnen worden bewerkt.
1. Druk op de "MENU"-knop
2. Raak "Instelling" op het "MENU"-
scherm aan.
3. Raak "Geheugen" aan op het
scherm "Instelling".
4. Raak "Bewerken" aan.
5. Raak de knop van het gewenste ge-
heugenpunt aan.
94
TNS 350
6. Raak de knop aan die u wilt bewer-
ken.
"Icoon": om iconen te selecteren die op
de kaart moeten worden weergegeven (zie
pagina 95).
"Sneltoegang": om een attribuut in te
stellen. Geheugenpunten met ingesteld at-
tribuut kunnen worden gebruikt voor "Snel-
toegang" of als "Thuis"-knop (zie pagina
96).
"Naam": om de naam van geheugenpun-
ten te bewerken. De namen kunnen op de
kaart worden weergegeven (zie pagina
97).
"Locatie": om informatie over de locatie te
bewerken (zie pagina 97).
"Telefoonnr.": om telefoonnummers te
bewerken (zie pagina 98).
7. Raak "OK" aan.