BASISFUNCTIES
Bediening aanraakscherm
Bij dit systeem heeft u de keuze tussen
twee scrolltypes voor bedieningsmodus:
slidemodus en aanraakmodus. Voor details
van de scrollfunctie voor kaarten, zie " —
Scherm
scrollfunctie
éénvingerverschuiving)" op pagina 32.
Om beschadiging van het scherm te
voorkomen moet u de aanraakknoppen
op het scherm lichtjes met de vinger
aanraken.
Gebruik enkel uw vinger om het scherm
aan te raken; gebruik hiervoor geen
andere voorwerpen.
1. Raak
.
2. Raak "Slide" of "Drukken" onder
"Scrolltype" aan om het scrolltype te
selecteren.
INFORMATIE
Wanneer een 2.5D-kaart wordt ge-
toond, kan het systeem niet worden
overgeschakeld naar slide-modus.
24
TNS 350
(aanraakmodus/
● Bediening in slide-modus
Wanneer het systeem voor de eerste keer
wordt opgestart, is de slide-modus gese-
lecteerd.
VERSCHUIVEN
Wanneer u een punt op het scherm aan-
raakt en uw vinger verschuift, zal het
scherm continu scrollen in de richting
waarin u uw vinger hebt verschoven. Het
scherm stopt na een paar seconden auto-
matisch met scrollen. U kunt het scrollen
ook stoppen door het scrollende scherm
aan te raken. Hoeveel het scherm verder
scrollt, wordt bepaald door de snelheid
waarmee u uw vinger verschuift.
Deze functie kan worden gebruikt op het
kaartscherm en op bepaalde lijstscher-
men.