BASISFUNCTIES
DUBBELE KAART
Een kaart kan in twee gesplitst worden
weergegeven.
Wanneer een ander scherm wordt weer-
gegeven, kunt u overschakelen naar het
scherm met de dubbele kaart door
aan te raken.
Op het scherm hierboven wordt de dubbele
kaart weergegeven. De kaart links is de
hoofdkaart.
De kaart rechts kan worden bewerkt door
een bepaald punt op de rechterkaart aan
te raken.
Op dit scherm kunnen de volgende proce-
dures worden uitgevoerd:
1. De schaal van de kaart wijzigen
2. De POI-iconen weergeven
3. Verkeersinformatie
(zie pagina 115)
4. De oriëntatie van de kaart wijzigen
Raak" OK" aan wanneer u klaar bent
met bewerken.
Op het scherm wordt opnieuw de dubbele
kaart weergegeven.
38
TNS 350
KOMPASMODUS
De huidige voertuigpositie wordt aangege-
ven met een kompas, niet met een kaart.
Wanneer een ander scherm wordt weer-
gegeven, kunt u overschakelen naar het
scherm met kompasmodus door
te raken.
Informatie over de bestemming en de
huidige positie en een kompas worden op
het scherm weergegeven.
De bestemmingspijl wijst in de richting
van de bestemming. Tijdens het rijden
moet u rekening houden met de lengte- en
breedtecoördinaten en met het kompas
om ervoor te zorgen dat uw voertuig in de
richting van de bestemming rijdt.
Wanneer het voertuig het bereik van
het systeem verlaat, verandert het be-
geleidingsscherm in het kompasmo-
dusscherm.
tonen
INFORMATIE
aan