Instellingen voor energiebesparing selecteren
U stelt de notebookcomputer als volgt in om energie te besparen:
■
Selecteer een korte wachttijd voor de schermbeveiliging
en selecteer een schermbeveiliging met zo weinig mogelijk
afbeeldingen en bewegende beelden.
U opent als volgt de instellingen voor de schermbeveiliging:
Selecteer Start > Configuratiescherm > Vormgeving
en thema's > Schermbeveiliging instellen.
■
Selecteer via het besturingssysteem een energiebeheerschema
met instellingen voor een laag energieverbruik. Raadpleeg
"Energiebeheerschema instellen of wijzigen"
hoofdstuk.
LAN-energiebesparingsstand gebruiken
De notebookcomputer is voorzien van een LAN-energie-
besparingsstand, waarmee accuvoeding kan worden gespaard.
In de LAN-energiebesparingsstand wordt het LAN-apparaat
uitgeschakeld wanneer de notebookcomputer niet is aangesloten
op een externe voedingsbron en de netwerkkabel wordt
losgekoppeld.
De LAN-energiebesparingsstand is standaard geactiveerd.
U kunt de instellingen voor de LAN-energiebesparingsstand
wijzigen in Computer Setup (Computerinstellingen).
Raadpleeg
"Computer Setup
Handleiding voor de hardware en software
"Menu Advanced (Geavanceerd)"
(Computerinstellingen)", voor meer informatie.
Energiebeheer
in dit
in
hoofdstuk 13,
2–33