Procedure voor het kalibreren van een accu
U kalibreert een accu door deze eerst volledig op te laden,
vervolgens volledig te ontladen en dan weer volledig op te laden.
Accu opladen
Een accu wordt opgeladen ongeacht of de notebookcomputer
in gebruik is of uit staat. Wanneer de notebookcomputer
is uitgeschakeld, verloopt het opladen echter sneller.
U laadt de accu als volgt op:
1. Plaats de accu in de notebookcomputer.
2. Sluit de notebookcomputer aan op een stopcontact
of op een optionele adapter. (Het acculampje van de
notebookcomputer gaat branden.)
3. Zorg ervoor dat de notebookcomputer op de externe
voedingsbron blijft aangesloten totdat de accu volledig
is opgeladen. (Het acculampje op de notebookcomputer
gaat uit.)
Accu ontladen
Schakel de hibernationvoorziening uit voordat u een accu
volledig gaat ontladen.
U schakelt de hibernationvoorziening als volgt uit:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties
en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
2. Schakel de optie Slaapstand inschakelen uit
3. Klik op Toepassen.
De notebookcomputer moet aan blijven staan tijdens het ontladen
van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de notebook-
computer in gebruik is. Wanneer de notebookcomputer in gebruik
is, verloopt het ontladen echter sneller.
Handleiding voor de hardware en software
Energiebeheer
.
2–29