WLAN-verbinding gebruiken
U gebruikt een draadloze LAN-verbinding als volgt:
■
Controleer of alle vereiste stuurprogramma's voor
het 802.11-apparaat voor draadloze communicatie zijn
geïnstalleerd en of het apparaat correct is geconfigureerd.
✎
■
Als u gebruikmaakt van een geïntegreerd 802.11-apparaat
voor draadloze communicatie, controleert u of het apparaat
is ingeschakeld. Wanneer het 802.11-apparaat voor draadloze
communicatie is ingeschakeld, brandt het lampje voor draad-
loze communicatie. Als het lampje niet brandt, schakelt u het
802.11-apparaat voor draadloze communicatie in. Raadpleeg
het gedeelte
■
Controleer voor uw draadloze thuisnetwerk of de router
correct is geconfigureerd. Raadpleeg de documentatie
bij de router voor instructies.
✎
Het effectieve bereik voor draadloze netwerkverbindingen
varieert al naar gelang de WLAN-implementatie op de notebook-
computer, het merk router en interferentie van verschillende
typen wanden en van andere elektronische apparatuur.
Meer informatie over WLAN-verbindingen vindt u als volgt:
■
Raadpleeg de informatie van uw ISP en de documentatie
die bij de draadloze router en andere WLAN-apparatuur
is geleverd.
■
Ga via Start > Help en ondersteuning naar de gewenste
informatie en websites.
■
Raadpleeg de documentatie bij de notebookcomputer.
De handleiding Problemen oplossen op de cd Notebook
Documentation (Documentatie bij de notebookcomputer)
bevat een gedeelte over problemen met draadloos-
netwerkapparaten en mogelijke oplossingen.
Handleiding voor de hardware en software
Als u een geïntegreerd 802.11-apparaat voor draadloze
communicatie gebruikt, zijn alle vereiste stuurprogramma's
geïnstalleerd en is de adapter vooraf geconfigureerd en klaar
voor gebruik.
"Status van
apparaten".
Draadloze communicatie
11–7