Energiebeheer
■
Als u de notebookcomputer onbeheerd wilt achterlaten
tijdens het ontladen, slaat u uw werk op voordat u de
ontladingsprocedure start.
■
Als u de notebookcomputer incidenteel gebruikt tijdens
de ontladingsprocedure en u time-outperioden voor
energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende
verschijnselen optreden tijdens het ontladingsproces:
❏
❏
❏
U kunt een accu als volgt volledig ontladen:
1. Selecteer het pictogram Energiemeter in het systeemvak.
– of –
Open het tabblad Energiebeheerschema's: selecteert u Start >
Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud >
Energiebeheer > tabblad Energiebeheerschema's.
2. Noteer de twee instellingen in de kolom Netvoeding
(of Netstroom) en de twee instellingen in de kolom
Accuvoeding (of Accustroom), zodat u deze instellingen
na de kalibratie weer kunt opgeven.
3. Stel de vier opties (twee in elke kolom) met behulp
van de vervolgkeuzelijsten in op Nooit.
4. Klik op OK.
5. Koppel de notebookcomputer los van de externe
netvoedingsbron, maar schakel de notebookcomputer niet uit.
6. Laat de notebookcomputer op accuvoeding werken totdat
de accu volledig is ontladen. Het acculampje gaat knipperen
wanneer de accu bijna leeg is. Wanneer de accu volledig
is ontladen, gaat het acculampje uit en wordt de notebook-
computer afgesloten.
2–30
De monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld.
De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch
af wanneer de notebookcomputer inactief is.
De standbystand wordt niet automatisch geactiveerd.
Handleiding voor de hardware en software