Terug naar inhoudsopgave
Systeeminstellingen
Reparatiehandleiding voor de Adamo XPS™
De BIOS-instellingen wijzigen
U kunt het systeemsetupprogramma gebruiken om:
Gebruikersgedefinieerde functies zoals het computerwachtwoord in te stellen of te wijzigen
l
De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l
Informatie over de huidige configuratie van de computer te raadplegen, zoals het aanwezige systeemgeheugen
l
Sommige opties die u in het systeemsetupprogramma instelt, kunnen ongedaan gemaakt worden door het besturingssysteem.
WAARSCHUWING:
Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING:
U mag de instellingen in het systeemsetupprogramma alleen wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde
wijzigingen kunnen er namelijk voor zorgen dat uw computer niet meer naar behoren werkt.
OPMERKING:
Voordat u het systeemsetupprogramma gebruikt, is het verstandig de instellingen van dit programma te noteren zodat u deze op een
later tijdstip kunt raadplegen.
Het systeemsetupprogramma
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Druk op <F2> zodra het DELL™-logo verschijnt.
OPMERKING:
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u wachten tot u het bureaublad van Microsoft
®
Windows
ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Opties van het systeemsetupprogramma gebruiken
OPMERKING:
Als u meer informatie wilt over een specifiek item in een venster van het systeemsetupprogramma, selecteert u het item en raadpleegt u
het gedeelte Help op het scherm.
De opties van het systeemsetupprogramma worden aan de linkerzijde van elk scherm weergegeven. De instelling of waarde voor elke optie wordt aan de
rechterkant van de optie in kwestie weergegeven.
Opties of waarden die grijs gemaakt zijn, kunt u niet wijzigen. Deze worden bepaald door de computer.
Druk op <F1> voor informatie over gemarkeerde items. De toetsfuncties van het systeemsetupprogramma worden onderin het venster weergegeven.
De schermen van het systeemsetupprogramma tonen de huidige instellingen voor uw computer, zoals:
De systeemconfiguratie
l
De opstartvolgorde
l
De opstartconfiguratie
l
Basisinstellingen voor apparaten
l
Instellingen voor de systeembeveiliging en wachtwoorden voor de vaste schijf
l
De opstartvolgorde wijzigen
De opstartvolgorde vertelt de computer waar deze moet zoeken naar de software die nodig is om het besturingssysteem te starten. U kunt de
opstartvolgorde bepalen en apparaten in- of uitschakelen met de pagina Boot (Opstarten) van het systeemsetupprogramma.
Op de pagina Boot (Opstarten) wordt een algemene lijst weergegeven met daarin de opstartbronnen die op de computer kunnen worden geïnstalleerd,
inclusief maar niet beperkt tot het volgende:
Vaste schijf
l
USB Storage (USB-opslag)
l
Removable Devices (verwijderbare stations)
l
Netwerk
l
Tijdens de opstartroutine zal de computer beginnen met de items die bovenaan in de lijst worden vermeld en vervolgens elk geactiveerd apparaat scannen op
de opstartbestanden die nodig zijn voor het besturingssysteem. Wanneer de computer de bestanden aantreft, zal deze stoppen met zoeken en het
®