Ondersteuning
❑
Als u externe luidsprekers gebruikt, controleert u of de luidsprekers juist zijn aangesloten en of het
volume aan staat. Als de luidsprekers zijn voorzien van een knop om het geluid te dempen, controleert
u of deze knop uit staat. Als de luidsprekers werken op batterijen, controleert u of de batterijen juist zijn
geplaatst en of ze zijn opgeladen.
❑
Als u een audiokabel of een hoofdtelefoon hebt aangesloten op de hoofdtelefoonconnector, trekt u de
kabel uit.
De ventilator van de notebook maakt te veel lawaai
Gebruik het hulpprogramma PowerPanel om de instelling voor Thermal Control Strategy te wijzigen in
Quiet. Deze instelling vertraagt de kloksnelheid van de processor. Zie het Help-bestand van PowerPanel
voor meer informatie.
De microfoon werkt niet
Als u een externe microfoon gebruikt, controleert u of de microfoon correct is aangesloten op de
microfoonconnector.
Info over de modem
De interne modem werkt niet
❑
Controleer of de stekker van de telefoonlijn in de notebook zit.
❑
Controleer of de telefoonlijn werkt. U kunt de lijn controleren door een gewone telefoon aan te sluiten
op de telefoonlijn en na te gaan of u een kiestoon hoort.
❑
Controleer of het programma het juiste telefoonnummer kiest.
❑
Controleer in het dialoogvenster Phone and Modem Options (Control Panel / Phone and Modem
Options) of uw modem vermeld staat op het tabblad Modems en of de locatiegegevens op het tabblad
Dialing Rules juist zijn.
n N
87