Gebruik van uw notebook
Gebruik van energiebesparende modi
Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de notebook, kunt u via de instellingen voor energiebeheer
ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt
specifieke apparaten uit te schakelen, heeft uw notebook twee andere energiebesparende modi: De
Standby-modus en Slaap-modus. Als de notebook werkt op de batterijstroom, schakelt hij automatisch
over op de Slaap-modus als de batterijlading minder dan 7% van de capaciteit bedraagt, ongeacht de
geselecteerde energiebeheerinstelling.
✍
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij kan worden opgeladen, of moet u de notebook
uitschakelen en een volle batterij plaatsen.
Gebruik van de Normaal-modus
Dit is de normale toestand als de notebook in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje.
Om stroom te besparen als u de notebook niet gebruikt, kunt u een specifiek apparaat (bv. het LCD-scherm
of de harde schijf) uitschakelen.
Gebruik van de Standby-modus
De notebook slaat de huidige toestand van het systeem op in het RAM-geheugen en schakelt de stroom naar
de processor uit. In deze modus knippert het stroomlampje (oranje).
Om de Standby-modus te activeren, gaat u als volgt te werk:
Druk tegelijk op <Fn> en <Esc>.
Of,
1
Klik op Start en selecteer Turn Off Computer.
2
Klik in het venster Turn off computer op Standby.
De computer wordt in de Standby-modus geschakeld.
n N
48