2 Gebruiksvoorzorgen
2.4.2 De motor stilleggen
1. Breng de rechtse en linkse rijhendel in de neutrale stand om de machine stil te leggen.
2. Laat de motor stationair draaien door middel van de versnellingshendel.
De motor stilleggen na met hoge snelheid gedraaid te hebben, kan de levensduur ervan ver-
korten. Leg de motor alleen in geval van nood abrupt stil.
Als de motor oververhit is, mag u hem niet onmiddellijk stilleggen. Laat de temperatuur
van de motor geleidelijk aan zakken door hem met een middelhoge draaisnelheid te laten
Let erop dat u de bedieningshendels niet aanraakt voordat u de motor stilgelegd hebt. An-
ders zou het werktuig of de machine zich plotseling kunnen verplaatsen en een ernstig on-
78
1 = Graafschop in de grond
2= Blad op de grond
BELANGRIJK
draaien, voordat u hem stillegt.
3. Laat de graafschop zodanig zakken dat de
onderzijde ervan de grond raakt.
4. Laat het blad op de grond zakken.
5. Trek de vergrendelingshendels naar
achteren.
1 = Vergrendeling
2 = Vergrendelingshendel
3= Linkerkant
6. Draai de sleutel in de stand "OFF" om de
motor uit te zetten en de elektriciteitskring te
onderbreken.
7. Verwijder de sleutel uit de startmotor.
WAARSCHUWING
geval veroorzaken.
www.duma-rent.com