a.
Waarschuwingslampje
Als het waarschuwingslampje knippert en als het alarm blijft afgaan, stop dan on-
middellijk met de machine te gebruiken. Controleer de foutmelding, na het stilleg-
gen van de machine, en tref de benodigde corrigerende maatregelen.
b.
Alarmlampje
Als het alarmlampje knippert en als het alarm intermitterend afgaat, leg de ma-
chine dan zo snel mogelijk stil. Tref, na het stilleggen van de machine, de beno-
digde corrigerende maatregelen.
c.
Informatielampje
Het informatielampje knippert om de aanwezigheid van informatie en onderhoud-
saanwijzingen aan te geven. Druk op F4 op de details ervan weer te geven.
d.
Temperatuurmeter hydraulische olie
Dit lampje brandt enkel bij het opstarten en heeft geen functies op deze machine.
e.
Rijsnelheidlampjes
Hogere versnelling
Dit lampje geeft aan dat de 2de versnelling werd gekozen.
f.
Accuoplaadverklikker
•
Indien de accu niet goed is opgeladen, gaat het waarschuwingslampje branden.
•
Controleer in dat geval de laadkring van de accu.
•
Detecteert u storingen, neem dan contact op met uw dealer.
g. Alarmindicator voor de motoroliedruk
Als de oliedruk is abnormaal, gaat het waarschuwingslampje branden en weerklinkt
de claxon. Zet in dat geval de motor uit
16.2.1 Motor, pagina 125
5 Beschrijving van de bestuurdersplaats
www.duma-rent.com
15