4.5 Controle van het hydrauliekoliepeil en bijvullen van het
reservoir
1 = Max. vulstreep
3 = tankvulopening
Vul geen hydraulische olie bij boven de maximale vulstreep van de oliepeilstok. Te veel hy-
draulische vloeistof zou het hydraulische systeem kunnen beschadigen door een te grote
druk uit te oefenen op de onderdelen, wat een gevaarlijke lekkage onder hoge druk zou
-
-20 -10 0
Hydrauliek-
olie
4 Controles vóór het starten van de machine
1. Zet de machine in de stand die hiernaast verduidelijkt wordt:
blad naar achteren en op de grond neergelaten, inrichting even-
wijdig met de rupsen, vijzel van de giek voor de helft naar bui-
ten, vijzel van de arm ingetrokken tot het einde van zijn slag,
tanden van de graafschop op de grond.
2. Leg de motor stil.
3. Stel het oliepeil vast door naar de meter van het hydraulisch
reservoir te kijken. Het peil moet zichtbaar zijn via het kijkglas
in het reservoir.
Aantekening
Het oliepeil varieert naargelang van de temperatuur van
de olie.
•
Vóór het starten moet het oliepeil zich op of rond het
middelpunt van de peilstok bevinden (olietemperatuur :
10 tot 30 °C).
•
Bij een normale werking moet het oliepeil zich rond
de maximale vulstreepvan de oliepeilstok bevinden (olie-
temperatuur : 50 tot 80 ℃).
4. Als het oliepeil lager is dan het peilteken dat het minimum
aanduidt, moet u het reservoir als volgt bijvullen :
a. Open de kap van de motor achteraan.
b. Open de dop van de opening van het
hydrauliekoliereservoir.
c. Vul de brandstoftank bij via de vulopening en houd onder-
tussen de peilstok op de tank in het oog.
5. Sluit de tank.
6. Sluit de kap van de motor achteraan.
BELANGRIJK
veroorzaken.
Temperaturen °C
10
20
30
ISO VG46
www.duma-rent.com
Voorgeschreven hoeveelheid (L)
+
25,2 in het reservoir
4,8 de rest
87