6.3.2 Vervanging van een gloeilamp
•
Wacht enkele minuten voordat u een gloeilamp vervangt, nadat de motor stilgelegd werd.
Koplamp giek
1. Schroef de houder van de koplamp los.
2. Schroef de vier schroeven van de kast los. Zorg ervoor dat u het gedeelte van de kast met de
ruit niet zoekmaakt.
3. Klem de uiteinden van de bevestigingsveer vast om de gloeilamp-connectoreenheid los te
maken.
4. Vervang de doorgebrande gloeilamp door een nieuwe die identiek is aan de oude.
5. Stop de gloeilamp-connectoreenheid in de daartoe voorziene ruimte.
6. Vergrendel de bevestigingsveer.
7. Schroef de vier schroeven van de kast opnieuw vast.
8. Schroef de kast opnieuw op de giek.
Canopylamp
•
Het is niet nodig om de kast van de koplamp van de houder te halen. Draai de kast om zijn
as, zodat u uitziet op de achterkant van de kast en de vier schroeven.
•
Volg dezelfde procedure als die voor de koplamp van de giek, vanaf stap 2.
Cabinelamp
•
Het is niet nodig om de kast van de koplamp van de houder te halen. Draai de kast om zijn
as, zodat u uitziet op de achterkant van de kast en de vier schroeven.
•
Volg dezelfde procedure als die voor de koplamp van de giek, vanaf stap 2.
6.3.3 Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof ( voor cabine )
1
6.3.4 Vervanging van de ruitenwisser ( voor cabine )
•
Vervang het ruitenwisserblad wanneer het de voorruit niet langer naar behoren reinigt. Volg
de procedure van de fabrikant van de ruitenwisser.
6 Onderhoud door de bestuurder
1. Open het reservoir van de ruitensproeier. (1)
2. Vul de ruitensproeiervloeistof bij. Laat het reser-
voir van de ruitensproeier niet overlopen.
BELANGRIJK
Laat geen onzuiverheden in het reservoir
dringen.
www.duma-rent.com
153