Bijlage 2
Foutbeschrijvingen
Opstartproblemen kunnen te wijten zijn aan een simpele
installatiefout. U moet daarom de foutbeschrijvingen hi-
eronder doorlezen om eventuele problemen op te lossen
en de installatie goed uit te voeren.
Fout 1: Betjeningspanelets luftmængdevisning blinker
gelijktijdig aan de linker- en rechterkant (Airlinq Viva) of
beweegt van de ene naar de andere kant (Airlinq Orbit).
Oorzaak van de fout: de dataverbinding van het bedie-
ningspaneel naar de unit is onderbroken.
Fout 2: CO
-sensor functioneert niet:
2
Oorzaak van fout: De draden naar "0-10 V" en "GND" zijn
verkeerd om aangesloten.
Fout 3: Geen enkele apparatuur met een voeding van 12
Volt functioneert.
Oorzaak van fout: De draden naar "0-10 V" en "GND" zijn
verkeerd om aangesloten.
Fout 4: Het alarm "Low Temp" (lage temperatuur) wordt
geactiveerd, ongeacht de hoogte van de temperatuur.
(Alleen DCWi 300)
Oorzaak van fout: De demper van de afvoerlucht gaat niet
open. De tape is mogelijk niet verwijderd. Zie handleiding
'Montage' , hoofdstuk 'Unit' .
Fout 5: Het filteralarm wordt kort na de montage geacti-
veerd. (alleen DCWi 1000)
Oorzaak van de fout: het werkpunt is niet goed ingesteld.
Verlaag het stelpunt voor de luchthoeveelheid met behulp
van een pc met het programma Airlinq Service Tool.
Fout 6: De inlaattemperatuur (IT) vertoont abnormale
waarden. (Alleen DCWi 1000)
Oorzaak van de fout: De inlaattemperatuursensor is ver-
keerd gemonteerd. Zie handleiding 'Montage' , hoofdstuk
'Externe onderdelen' .
Meer foutbeschrijvingen kunt u vinden in de
"Gebruikershandleiding".
Fout bij Airlinq BMs
Fout 7: Op het bedieningspaneel knippert de indicator voor
de luchtstroming gelijktijdig aan de linker- en rechterkant
(Airlinq Viva) of beweegt van de ene naar de andere kant
(Airlinq Orbit).
Oorzaak van de fout:
• De dataverbinding naar de unit met communicatie-id
ID0 is onderbroken,
• De unit met communicatie-id ID0 is niet aangesloten
op de voeding.
Fout 8: Op het bedieningspaneel knippert de indicator
voor de luchtstroming afwisselend met de helft van alle
blauwe leds (Airlinq Viva).
Oorzaak van de fout: De dataverbinding van het bedienings-
paneel naar de groepsmaster is onderbroken.
Fout 9: Op de bedieningspanelen worden willekeurige
waarschuwingen en/of alarmen weergegeven.
Oorzaak van de fout: De dataverbindingskabel is bij alle
onderdelen aangesloten op 12 V, GND, A en B. De aanslui-
ting moet worden gecorrigeerd volgens bijlage 1 van deze
handleiding.
Fout 10: Een of meer onderdelen van het systeem worden
niet getoond op de communicatiebus met het programma
Airlinq Service Tool, Airlinq User Tool of op Airlinq Orbit.
Oorzaak van de fout:
• Sommige onderdelen zijn niet aangesloten op de
voeding.
• De kabel voor de datacommunicatie (A en B) is
verwisseld.
• De dataverbinding naar sommige onderdelen is
onderbroken of niet volgens bijlage 1 van deze hand-
leiding aangebracht.
• De communicatie-id of groeps-id van sommige on-
derdelen is verkeerd geprogrammeerd.
• De jumpers/switches van sommige onderdelen zijn
niet ingesteld volgens bijlage 1 van deze handleiding.
Bijlage 2 - 38