Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.3. Bedieningspaneel
Standaard wordt het bedieningspaneel bedraad geleverd.
Bevestig het bedieningspaneel aan de muur op een
geschikte hoogte, gewoonlijk in dezelfde ruimte als de
ventilatie-unit. Het mag echter ook in een aangrenzende
ruimte worden geplaatst.
N.B. Draden voor a/B en 12 V/gND moeten van het
type twisted pair (gedraaid paar) zijn. De afscherming
moet grondig worden verwijderd om kortsluiting te
voorkomen.
Verbindingen worden gemaakt in overeenstemming
met de elektrische aasluitingen in 'Bijlage 1 Elektrische
aansluitingen' .
4.2.4. Bewegingssensor (Pir-sensor)
De verbindingskabel voor de PIR-sensor is een afgescher-
mde datakabel. De externe sensor wordt los meegeleverd,
zonder kabel. De sensor moet zo ver mogelijk worden
gemonteerd, op 2,25 m (1,8-2,5 m) boven de vloer. Zie
montagehandleiding paragraaf 'Plaatsing van de unit' .
Verbindingen worden gemaakt in overeenstemming
met de elektrische aasluitingen in 'Bijlage 1 Elektrische
aansluitingen' .
4.2.5. carbon Dioxide (cO
Het is mogelijk om de ventilatiegroep te voorzien van een
CO
-sensor . Dit kan zowel een geïntegreerde CO
2
als een externe sensor zijn.( zie afbeelding).
Zowel de ingebouwde als externe CO
range van 0-2000 ppm CO
meegeleverd, zonder kabel. De sensor moet zo ver mogelijk
worden gemonteerd, op 2 m boven de vloer en op 1 m
afstand van de afzuiging van de unit. Zie montagehand-
leiding paragraaf 'Plaatsing van de unit' .
Verbindingen worden gemaakt in overeenstemming
met de elektrische aasluitingen in 'Bijlage 1 Elektrische
aansluitingen' .
12
) sensor
2
-sonde
2
-sensor hebben een
2
. De externe sensor wordt los
2
Advertenties
Inhoudsopgave
