Pagina 3
Hoewel deze handleiding met uiterste zorg is samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Itho Daalderop behoudt zich het recht producten en handleidingen te wijzigen zonder voorafgaande mededelingen. Door ons continue proces van verbeteren van onze producten kan dit document afwijken van het aan u geleverde product.
1. Veiligheid en voorschriften 1.1. Veiligheid Veiligheidsinstructies moeten worden ● opgevolgd om lichamelijke verwondingen Werkzaamheden aan het ● en/of schade aan het product te ventilatiesysteem mogen uitsluitend door voorkomen. erkende installateurs worden uitgevoerd Onderhoud en reiniging mag alleen ● volgens de in de handleiding vermelde uitgevoerd worden nadat het toestel voorschriften.
Onderhoud aan het toestel wil Na de installatie mogen er geen veiligheids-, gezondheids-, en milieurisico's meer aanwezig zijn conform de CE-richtlijnen die verrichten. hierop van toepassing zijn. Dit geldt ook voor andere in de installatie De overheid adviseert ramen en deuren opgenomen producten.
2. Productinformatie 2.1. Uitvoeringen Artikel Type Omschrijving APURE VENT 03-00529 WTW 250 met randaardestekker D250 R APURE VENT 03-00530 WTW 250 met gestripte aders D250 W APURE VENT WTW 250 met randaardestekker en DUO 03-00531 D250 R DZ Zone kleppen 2.2.
2.6. Maatschetsen 50 (1) 50 (1) 400 (1) 50 (1) 50 (1) 50 (1) 50 (1) 1) Minimaal vrij te houden ruimte rondom de ventilatie-unit. * Bij montage van de DUO Zone kleppen: + 60mm (boven en onder) Legenda Afvoerlucht uit woning Montagepostie Standaard Aanvoerlucht naar woning Montagepositie Gedraaid...
Deze automatische regeling zal voornamelijk ’s nachts, in de zomer, in werking treden. De buitenlucht is dan meestal koeler dan de De APURE VENT D250 heeft twee filters, een voor elke luchtstroom. warme binnenlucht. De bypass regeling zorgt ervoor dat de woning Beide filters zijn zo in de ventilatie-unit geplaatst dat ze de langer koel blijft.
ä Waarschuwing! ä Let op! De APURE VENT D250 moet te allen tijde voorzien zijn van de bijpassende filters! Zonder filters kan het toestel onherstelbare Bij een nieuwbouwwoning dienen de filters van de ventilatie-unit schade oplopen. na 1 week te worden gereinigd en na 3 maanden te worden vervangen! 2.9.
Condensslang Adapters en afdichringen(4x) * HMI-bedieningspaneel Documentatieset * Alleen bij de APURE VENT D250 DUO Zone 2.12. Uitpakken en controleren a) Neem de apparatuur voorzichtig uit de doos. b) Controleer de naamplaatgegevens en het type op juistheid zoals weergegeven op de sticker op de buitenzijde van de doos.
ä Let op! Wanneer de ventilatie-unit gemonteerd is dient de condensafvoer altijd het laagste punt te zijn! Om geluidsklachten te voorkomen, raadt Itho Daalderop aan de kanalen van en naar de verblijfsruimten aan te sluiten met geluiddempers. ä Let op!
3.2. De ventilatie-unit plaatsen 3.2.1. Boormal De verpakkingsdoos van de APURE VENT D250 bevat een boormal. Dit is het deel links van het blauwe vlak. Dit deel kunt u lossnijden en gebruiken als boormal. Op deze boormal staan de te boren gaten al aangegeven (A).
Afvoerlucht uit woning ä Let op! De APURE VENT D250 kan ook worden gemonteerd met behulp Wanneer de DUO Zonekleppen worden gemonteerd dient van een horizontaal of verticaal montageframe. Zie hiervoor de rekening te worden gehouden met extra ruimte rondom het paragraaf 'Accessoires'.
Pagina 17
3.2.3. Wandmontage verticaal De ventilatie-unit kan verticaal op de wand worden gemonteerd in twee posities: Standaard en Gedraaid; zie Montageposities. ä Let op! waterpas ! Monteer de ventilatie-unit ä Let op! Wanneer de DUO Zonekleppen worden gemonteerd dient rekening te worden gehouden met extra ruimte rondom het toestel.
Pagina 18
3.2.4. Wandmontage liggend a) Bevestig de montagebeugels waterpas aan de muur (pluggen De ventilatie-unit kan liggend op de wand worden gemonteerd in en bouten niet meegeleverd). twee posities: Standaard en Gedraaid; zie Montageposities. ä Let op! ä Let op! Draai de bovenste beugel NIET vast, maar zorg er voor dat hij waterpas ! Monteer de ventilatie-unit opzij geschoven kan worden.
Pagina 19
3.2.5. Plafondmontage Voorbeeld Standaard montage. c) Schuif de rechter montagebeugel over de rand van de ä Let op! ventilatie-unit en schroef hem vast. Bij deze montagewijze heeft de ventilatie-unit een afschot van ä minimaal 2° nodig om de condensafvoer goed te laten werken. Let op! Het is belangrijk dat ook de condensslang onder afschot richting Wanneer de DUO Zonekleppen worden gemonteerd dient...
Pagina 20
Schuif de bovenste montagebeugel met behulp van de slobgaten iets en plaats de ventilatie-unit tegen het plafond. De voorzijde van de ventilatie-unit (met de bovenste montagebeugel) hangt strak tegen het plafond. De achterzijde van de ventilatie-unit (met de condensafvoer en de onderste montagebeugel) hangt lager en dus NIET strak tegen het plafond aan.
Pagina 21
2 moet te allen tijde minimaal 3,3 cm bedragen om voldoende afschot te garanderen. U kunt ook gebruik maken van de Itho Daalderop montageframes. Hierbij wordt het apparaat staand of liggend gemonteerd in plaats van op de vloer.
3.3. Aansluiten van de kanalen b) Schroef het ophoogmateriaal pas vast aan de vloer wanneer u zeker bent dat de afmetingen en het benodigde afschot correct zijn (pluggen en bouten niet meegeleverd). ä Waarschuwing! c) Boor vier gaten in het materiaal waarmee het toestel wordt Bij toepassing van de unit in de gestapelde bouw, moet te allen opgehoogd, twee per beugel.
Gebruik de meegeleverde afsluitdoppen (inclusief isolatie) om de niet gebruikte tuiten af te dichten. Aansluitingen onderzijde Maak een keuze aan welke zijde van de ventilatie-unit de kanalen, welke van en naar de verschillende woonruimtes lopen, worden Om condensatie te voorkomen, moet het kanaal dat van buiten komt aangesloten.
3.3.4. Afvoerlucht naar buiten Via deze tuit voert de ventilatie-unit de afvoerlucht naar buiten af. Dit kanaal moet thermisch en dampdicht geïsoleerd zijn om condensatie aan de binnen- en buitenzijde van het kanaal te voorkomen. Er wordt geadviseerd een dakdoorvoer te gebruiken die geen condensatie- of regenwater binnenlaat.
3.4. Montage van de DUO Zone kleppen De DUO Zone kleppen dienen altijd te worden gemonteerd op de toevoer naar de woning, op het toestel wordt aangegeven met het symbool links. Daarnaast dient de klep met de aanduiding SLEEPING op de aansluiting naar de slaapzone te worden gemonteerd.
3.5. Koppelen van de DUO Zone kleppen ä Let op! Voordat de kleppen aangesloten kunnen worden dient het toestel spanningsloos te zijn geweest. De klep met de aanduiding SLEEPING dient op de aansluiting naar de slaapzone te worden gemonteerd. De klep met de aanduiding LIVING dient op de aansluiting naar de woonzone te worden gemonteerd. L I V I N G De kabellengte van de kabel tussen de klep en de aansluiting op de ventilatie-unit is 2,4meter.
3.6. Aansluiten condensafvoer c) Voer de flexibele slang naar een sifon waarmee ten minste 50 ä mm waterslot kan worden gecreëerd. Zorg dat de slang diep Let op! genoeg in de sifon steekt (minimaal 30 mm onder water). Monteer de condensslang onder afschot richting de condensafvoer.
Let op! Het verwisselen van de voedingskabel mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend installateur of de servicedienst van Itho Daalderop. Bediening vindt plaats via een bedrade driestandenschakelaar en/of met draadloze bediening(en). Bij gebruik van de bedrade driestandenschakelaar sluit u de ●...
Pagina 29
Bij gebruik van een andere bedrade schakelaar sluit u de ● ventilatie-unit aan volgens onderstaand schema. Ader Kleur Stand Functie Aansluiting groen/ — aarde geel blauw — netvoeding bruin — fase netvoeding/schakelaar bruin laag schakel schakelaar/unit grijs midden/auto schakel schakelaar/unit zwart hoog schakel...
De actuele ventilatiestand is altijd af te lezen op de (optionele) U kunt maximaal 20 draadloze bedieningsschakelaars en/of externe CO -sensor of RV-sensor. sensoren op een Itho Daalderop ventilatie-unit of systeem aanmelden. Opmerking Bij het gebruik van sensoren is de maximale tijdsduur dat de ventilatie-unit in een andere stand dan de automatische stand kan staan begrensd tot 12 uur.
De bedieningsschakelaar met twee standen, een automatische Machine Interface). stand en een timerfunctie kan ook gebruikt worden tijdens de inbedrijfstelling van de APURE VENT D250 DUO Zone. De schakelaar heeft dan andere functies. Zie hiervoor de betreffende paragraaf: Inleiding op pagina 41 .
4.5. Opstarten 4.6. Bedrijfsstatus Tijdens het opstarten wordt het volgende scherm getoond: Tijdens normaal bedrijf staat het scherm in stand-by. Dit betekent dat het scherm is uitgeschakeld. Door op een willekeurige knop te drukken wordt het scherm actief. De led-indicator is uit. De led-indicator brandt continu blauw.
4.7. Informatiemenu De iconen in het bovenste deel van het scherm betekenen het volgende: Door in de bedrijfsstatus op de knop Vooruit Achteruit te drukken Icoon Omschrijving wordt het informatiemenu getoond. Timer De ventilatie-unit is gedurende een instelbare periode ingeschakeld in hoogstand. Ventilatie De ventilatie-unit is in bedrijf.
4.8. Configuratie-instellingen 4.8.1. Configuratiemenu Temperatuur In het configuratiemenu Temperatuur kunnen de volgende Door in de bedrijfsstatus op de knop te drukken worden de instellingen worden aangepast: configuratie-instellingen getoond. Symbool Eenheid Omschrijving TDES °C Temperatuur waarbij de byassklep actief wordt. Stand. 21 | Min. 18 °C | Max. 23 | +/- 1°C | De led-indicator brandt continu geel.
4.8.2. Configuratiemenu Ventilatie 4.8.3. Configuratiemenu Filter In het configuratiemenu Ventilatie kunnen de volgende instellingen In het configuratiemenu Filter kunnen de volgende instellingen worden aangepast: worden aangepast: Symbool Eenhei Omschrijving Symbool Omschrijving CLEAN Resetten teller na schoonmaken van beide filters. LVL1 Gewenst toerental in ventilatiestand 1 0 = Uit (standaard) | 1 = Reset filterwaarschuwing W01 (laagstand).
4.8.4. Configuratiemenu Communicatie In het configuratiemenu Communicatie kunnen de volgende opties worden gekozen: Symbool Omschrijving LEARN Aanmelden/afmelden van één bediening of sensor. CLEAR Afmelden van ALLE aangemelde bedieningen en sensoren. LEARN De led-indicator brandt continu geel. Door op de knop Vooruit Achteruit te drukken zullen de opties...
ä Let op! bedieningsschakelaars aan te melden. Het aanmelden van sensoren en bedieningen werkt anders bij de APURE VENT D250 DUO Zone! Zie hiervoor de paragraaf De aanmelding kan op twee manieren niet slagen: Inbedrijfstelling. Geen signaal. De ventilatie-unit ontvangt binnen twee minuten na het starten van de timer geen aanmeldsignaal.
5.1.2. Aanmelden CO2- en RV-sensor De aanmelding kan op twee manieren niet slagen: Geen signaal. De CO -sensor en de RV-sensor kunnen op dezelfde manier worden De ventilatie-unit ontvangt binnen twee minuten na het starten aangemeld: van de timer geen aanmeldsignaal. Meld de sensor aan op de volgende manier: In het scherm verschijnt de melding TIME OUT.
5.2. Afmelden alle bedieningsschakelaars/ sensoren Afmelding annuleren. Opmerking De afmelding wordt afgebroken door, tijdens de timer, geen knop in Bedieningsschakelaars en sensoren moeten na een CLEAR ALL- te drukken. afmelding opnieuw worden aangemeld. In het scherm verschijnt de melding ABORT. a) Kies de optie CLEAR ALL in het configuratiemenu...
Let op! Noteer de afzuigdebieten. De APURE VENT D250 is zo ingesteld dat de vorstklep de eerste k) Regel de verhouding van de afzuigdebieten zodat ze tien dagen open staat om ook de opstellingruimte te ventileren.
Pijl omhoog: Hoger / Omhoog Ronde pijl: Terug Bij de Inbedrijfstelling van de APURE VENT D250 DUO Zone dienen de volgende taken te worden uitgevoerd: Op de HMI worden de pijl toetsen gebruikt voor minder/omlaag en Stap A: Koppelen bediening en sensoren meer/omhoog gebruikt.
Pagina 42
Stap B: Inregelen debieten en toerentallen: a) Het ventilatiedebiet van de toevoer per zone dient te worden ingevoerd. b) De toevoer naar de woonzone dient te worden ingeregeld: Het toerental van de ventilator dient te worden afgesteld. 2. De ventielen dienen te worden afgesteld. c) De toevoer naar de slaapzone dient te worden ingeregeld: Het toerental van de ventilator dient te worden afgesteld.
5.3.3.2. Koppelen van sensoren en bedieningen ä Let op! Voordat u een sensor of bediening aan het toestel gaat koppelen dient u eerst een 'Clear All' uit te voeren. Dit voorkomt eventuele problemen bij het koppelen. Zie hiervoor de paragraaf Afmelden alle bedieningsschakelaars/sensoren op pagina 39 . Inregelen Stap A Opmerking Het is verstandig om de unit op 2250 toeren te zetten voordat u met de inbedrijfstelling begint.
Pagina 44
Om het menu te activeren dient u eerst op het vinkje (V) op de HMI te drukken. Navigeer nu met de pijl toetsen op de HMI naar de menu-optie Setup. Het volgende scherm verschijnt: Vervolgens zal het koppelingsmenu eruitzien zoals hieronder: «...
Pagina 45
Bevestig op de HMI of RFT. Het menu gaat naar de volgende stap (het koppelen van de sensoren voor de toevoer) (zie de figuur hieronder). Hier dient minimaal één CO2-sensor te worden gekoppeld (per zone). De CO -sensor koppelt u aan de ventilatie-unit op de CO -sensor: A: Breng de sensor onder spanning door de kap met printplaat van de sensor terug te plaatsen op de bedrade onderkap.
Pagina 46
« co2 s LEARN Koppeling CO -sensoren slaapruimte (sleeping) Bevestig op de HMI of de RFT. De ventilatie-unit toert op. afvoer regelen, gekoppeld Hierna volgt de laatste stap van het koppelen. Nu kunnen alle extra sensoren en bedieningen, die de worden.
5.3.3.3. Ventilatiedebieten invoeren en toerentallen inregelen Inregelen Stap B Als eerste zullen de ventilatiedebieten van de toevoer per zone en de afvoer ingevoerd worden op de HMI. Daarna zullen de toerentallen van de toevoerzones ingeregeld worden. Vervolgens berekent de unit het minimum toerental voor de afvoer.
Pagina 48
« Bevestig rturn m3/h Stel de ventilatiedebieten in volgens de berekening van de afvoer. Druk nogmaals op het vinkje (V) of op de timer knop . Nu kunnen de toerentallen en ventielen ingeregeld worden. Op de HMI gaat dit met de pijl toetsen (pijl naar beneden is lager en pijl naar boven is hoger).
5.3.3.4. Controle inbedrijfstelling Men moet kunnen controleren of het systeem aan regelgevingen voldoet qua geluid en debieten en daar zijn controlestanden voor nodig. Druk op het vinkje. Navigeer naar het Configuratiemenu. ® « ® ZONE check In dit menu dient een gewenst debiet ingevuld te worden. Dit kan op 5 m³/h nauwkeurig zoals het inregelen. Standaard begint dit getal bij de som van de debieten van beide toevoerzones.
6. Inspectie en onderhoud De correcte werking van het ventilatiesysteem, het vermogen en de ä Let op! levensduur kunnen alleen worden gegarandeerd als het systeem volgens de onderstaande voorschriften wordt geïnspecteerd en De gebruiker/consument mag het toestel niet openmaken! onderhouden. Deze voorschriften zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden.
Waarschuwing! 2. Melding op het display W01 filter omdraaien, en resetten W01. De APURE VENT D250 moet te allen tijde voorzien zijn van de 3. Melding op het display W01 filter reinigen, terug plaatsen en bijpassende filters! Zonder filters kan het toestel onherstelbare resetten W01.
Inspectie- en onderhoudsschema . ä Waarschuwing! De APURE VENT D250 moet te allen tijde voorzien zijn van de d) Inspecteer de filters visueel op vervuiling. Als de filters vuil zijn, bijpassende filters! Zonder filters kan het toestel onherstelbare moeten ze worden gereinigd of vervangen.
6.5. Resetten filterwaarschuwing Wijzig de waarde met de pijl Omhoog Omlaag naar Nadat de filters zijn gereinigd of vervangen, zal de g) Druk op het vinkje. De filterwaarschuwing wordt nu gereset. filterwaarschuwing nog steeds worden getoond. h) Het scherm gaat terug naar het menu Filter. Reset de filterwaarschuwing op de volgende manier: a) Activeer de HMI.
6.6. Schoonmaken of vervangen sensoren Het kan voorkomen dat de sensoren vervuilen en daardoor Bij een dergelijke foutmelding dient de sensor schoongemaakt, minder goed of niet meer functioneren. Er verschijnt dan een of vervangen, te worden. De sensoren hangen in de toe- of foutmelding op de HMI.
7. Storingen ä Let op! Probeer een blokkering te verhelpen door het toestel opnieuw De gebruiker/consument mag het toestel niet openmaken! op te starten. Het toestel kent drie soorten storingsmeldingen die getoond worden op het scherm, namelijk: Waarschuwing, Blokkering 7.3. Vergrendeling Vergrendeling.
ä Let op! Meestal volstaat het opnieuw opstarten van het apparaat. Wanneer deze fouten daarna opnieuw verschijnen dient de HMI vervangen te worden. 7.5. Diagnose storingsmeldingen Filters reinigen. Beide filters moeten worden schoongemaakt. Oorzaak Oplossing De filters zijn vervuild. Reinig beide filters met een ●...
Pagina 57
Sensorfout Temperatuursensor gemengde aanvoerlucht De temperatuursensor (gemengde aanvoerlucht van buiten) is open of kortgesloten. Oorzaak Oplossing De sensor functioneert niet goed of is Controleer de weerstand van de ● defect. sensor (ongeveer 2.7 KOhm is correct bij 20°C). Vervang de sensor. ●...
Pagina 58
Sensorfout Temperatuursensor aanvoerlucht naar woning De temperatuursensor (aanvoerlucht naar woning) is open of kortgesloten. Oorzaak Oplossing De sensor functioneert niet goed of is Controleer de weerstand van de ● defect. sensor (ongeveer 2.7 KOhm is correct bij 20°C). Vervang de sensor. ●...
Zoneklep Woonzone fout (alleen voor Duo Zone versie). De zoneklep voor de Woonzone beweegt niet. Oorzaak Oplossing De zoneklepvoor de woonzone is niet of Sluit de zoneklep aan. ● niet goed aangesloten. De bekabeling los of niet goed ingestoken. Sluit de bekabeling goed aan. ●...
Pagina 60
De ventilatie-unit maakt geluid Oorzaak Oplossing a) De bypassklep loopt aan (ratelend geluid). De klep loopt tegen de aanslag tijdens de ● zelftest na het inschakelen van de spanning. Wacht 30 seconden en controleer of het geluid is gestopt. Inspecteer de klep. Maak hem schoon als ●...
Pagina 61
De ventilatie-unit reageert niet (meer) op de bedieningsschakelaar. Oorzaak Oplossing a) De vorstregeling is actief. Wacht tot de buitentemperatuur ● voldoende stijgt. b) De bedieningsschakelaar is niet (meer) Meld de bedieningsschakelaar aan. ● aangemeld op de ventilatie-unit. Controleer de signaalsterkte tijdens de aanmelding.
Pagina 62
Wanneer de laagstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator in de hoogstand draaien/wanneer de hoogstand/timerstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator gaat in de laagstand draaien Oorzaak Oplossing a) Een temperatuursensor van de ventilatie-unit Vervang de defecte temperatuursensor. ● zelf is defect. De ventilator gaat (zonder duidelijke reden) plotseling veel harder of zachter draaien Oorzaak Oplossing...
Pagina 63
De ventielen maken geluid Oorzaak Oplossing Er is geen geluidsdemper gemonteerd in de Monteer een geluidsdemper in de ● kanalen naar de woning. kanalen naar de woning. b) De ventielen zijn niet goed ingeregeld. Zet de ventilatie-unit in de ● inbedrijfstellingsstand en regel het systeem opnieuw in.
9. Garantie Voor alle Itho Daalderop producten geldt een standaard fabrieksgarantie van twee jaar. Binnen deze termijn wordt het product of de onderdelen daarvan kosteloos gerepareerd of vervangen. Bepalingen en uitsluitingen zijn opgenomen in onze garantievoorwaarden. Zie de pagina van het product op onze website voor de volledige garantievoorwaarden en/of aanvullende garantietermijnen of voorwaarden.
Postbus 7 4000 AA Tiel Nederland Ventilatie-unit met warmteterugwinning - HRU ECO 300 R / P / DZ ● Ventilatie-unit met warmteterugwinning - APure Vent D250 R / W / DZ ● Richtlijnen Geharmoniseerde Europese normen Richtlijn 2009/125/EG (Ecodesign) Verordening (EU) 1253/2014...
Pagina 68
België / Belgique Itho Daalderop Belgium bvba Brusselsesteenweg 498 1731 Zellik T 02 207 96 30 E info@ithodaalderop.be Alleen serviceaanvragen: E service@ithodaalderop.be I www.ithodaalderop.be...