14 Onderhoud
AANWIJZING
Wij adviseren een onderhoudsovereenkomst
af te sluiten met een gespecialiseerd verwar-
mingsbedrijf.
14.1 Basis
Het koudecircuit van de warmtepomp heeft geen re-
gelmatig onderhoud nodig.
Lokale voorschriften schrijven onder andere dicht-
heidscontroles voor en/of het bijhouden van een log-
boek bij bepaalde warmtepompen.
► Zorg ervoor dat de lokale voorschriften met be-
trekking tot de specifieke warmtepompinstallatie
worden nageleefd.
14.2 Onderhoud na inbedrijfstelling
Controleer onmiddellijk na de inbedrijfstelling alle ge-
installeerde vuilvangers op vervuiling en reinig ze zo
nodig.
► Schakel het systeem uit tijdens controle en reini-
ging.
Volgende controle en reiniging uiterlijk 2 weken na de
inbedrijfstelling.
14.3 Onderhoud volgens behoefte
► Controle en reiniging van de componenten van
het verwarmingscircuit, bijv. kleppen, expansieva-
ten, circulatiepompen, filters, vuilvangers.
► De luchtaanzuig- en -uitblaasopeningen moeten
altijd vrij zijn van belemmeringen en worden vrij-
gehouden. Daarom de onbelemmerde luchtge-
leiding regelmatig controleren. Vernauwingen of
zelfs verstoppingen, die bijvoorbeeld
● bij het aanbrengen van een huisisolatie door
piepschuim bollen
● door verpakkingsmateriaal (folies, dozen enz.)
● door gebladerte, sneeuw, ijsvorming of derge-
lijke weersafhankelijke afzettingen
● door vegetatie (struiken, hoog gras enz.)
● door luchtschachtafdekkingen (vliegengaas
enz.)
optreden, dienen voorkomen te worden of onmid-
dellijk verwijderd te worden.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600cNL | ait-deutschland GmbH
► Controleer regelmatig of het condensaat ongehin-
derd uit het apparaat kan weglopen. Controleer de
condensbak in het apparaat hiervoor regelmatig op
verontreiniging/verstopping en reinig de condens-
bak indien nodig. Controleer ook de verdamper
van alle kanten en reinig hem indien nodig.
AANWIJZING
Ijsvorming op luchtaanzuig- en -uitblaasope-
ningen is normaal en het gevolg van weers-
omstandigheden. Verwijder ijsvorming niet
thermisch.
► Draag veiligheidshandschoenen en verwijder
de ijsvorming voorzichtig met uw handen.
14.4 Condensor reinigen en spoelen
► Condensor volgens de voorschriften van de fabri-
kant reinigen en spoelen.
► Na het spoelen van de condensor met chemisch
reinigingsmiddel: restanten neutraliseren en con-
densor grondig met water spoelen.
14.5 Jaarlijks onderhoud
► Stel analytisch de kwaliteit van het verwarmings-
water vast. Bij afwijkingen van de voorschriften
moeten onmiddellijk geschikte maatregelen wor-
den getroffen.
► Controleer alle geïnstalleerde vuilvangers op ver-
vuiling en reinig ze zo nodig.
► Controle van de werking van de veiligheidsklep
voor het verwarmingscircuit.
15 Storingen
1.
Stel de oorzaak van de storing vast via het diag-
noseprogramma van de verwarmings- en warmte-
pompregelaar.
2.
Raadpleeg de lokale partner van de fabrikant of
de klantenservice. Houd hierbij de storingsmel-
ding en het apparaatnummer klaar.
"Typeplaatjes", pagina 7
23