AANWIJZING
Wanddoorvoeren dienen voor de bevestiging
in de muuropening, ter voorkoming van koude-
bruggen met het metselwerk en voor de mon-
tage van een draadgaasrooster of een be-
schermrooster tegen weersinvloeden of regen.
Assemblage en montage van de luchtkanalen
1.
Neem de elementen voor de assemblage van de
luchtkanalen uit de betreffende doos.
2.
Het ineensteken van de luchtkanalen gebeurt zo-
als beschreven in het hoofdstuk 'Assemblage en
montage van de wanddoorvoer(en)',
LET OP
Het hoogteverschil tussen het verticale mid-
delpunt van de luchtkanaalaansluitingen op
de unit en de bovenrand van de luchtinlaat
/ luchtuitlaat op het gebouw mag niet meer
dan 2 m bedragen.
14
Bevestiging van de luchtkanalen in de
wanddoorvoer
1.
Trek de bijgeleverde roldichting over een uiteinde
van een luchtkanaal.
2.
Schuif het luchtkanaal met dit uiteinde in de wand-
doorvoer.
–
.
1 Wanddoorvoer
2 Luchtkanaal
3 Roldichting
4 Zwelband (pas na montage van de
apparaataansluitings-bevestiging aanbrengen)
AANWIJZING
Als het andere uiteinde van het luchtkanaal
aan de warmtepomp is bevestigd, dient de
nog bestaande opening tussen de wanddoor-
voer en het luchtkanaal te worden afgesloten,
door de bijgeleverde zwelband aan te bren-
gen.
Bevestiging van de luchtkanalen aan de
warmtepomp
1.
De montagelijst vastklikken en met specia-
le schroeven bevestigen op de daarvoor aan het
luchtkanaal voor de luchtinlaatzijde bedoelde
plaatsen.
2.
Het bijgeleverde aansluitframe op de kant van het
luchtkanaal plakken.
3.
Het luchtkanaal aan de betreffende luchtopening
van de luchtinlaatzijde positioneren.
4.
Aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp 4 van
de bijgeleverde spanveren in de daarvoor bedoel-
de gaten bevestigen.
5.
De spanveren in de op het luchtkanaal vastge-
schroefde montagelijst haken.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600cNL | ait-deutschland GmbH