De interlockschakelaars controleren (vervolg)
De interlock voor de parkeerrem en de dodemansinrichting van de stoel
bij lopen controleren
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de parkeerrem in werking.
2. Schakel de schakelaar van de maaiaandrijving uit.
3. Zorg ervoor dat uw voet van het pedaal is en start de motor.
4. Zet de parkeerrem vrij.
5. Ga van de bestuurdersstoel.
Opmerking:
vrijgezet is.
De interlock voor de parkeerrem en het tractiepedaal bij lopen
controleren
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de parkeerrem in werking.
2. Schakel de schakelaar van de maaiaandrijving uit.
3. Houd uw voet van het tractiepedaal en start de motor.
4. Druk het tractiepedaal in.
Opmerking:
tractiepedaal ingedrukt is.
De interlock voor het tractiepedaal en de dodemansinrichting van de
stoel bij lopen controleren
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de parkeerrem in werking.
2. Schakel de schakelaar van de maaiaandrijving uit.
3. Houd uw voet van het tractiepedaal en start de motor.
4. Zet de parkeerrem vrij.
5. Ga van de bestuurdersstoel.
6. Druk het tractiepedaal in.
Opmerking:
tractiepedaal indrukt.
3467-576A
De motor moet afslaan als u niet op de bestuurdersstoel zit en de parkeerrem
De motor moet afslaan als de parkeerrem in werking is gesteld is en het
De motor moet afslaan als u niet op de bestuurdersstoel zit en het
Pagina 5–4
Gebruik: Voorafgaand aan de werking