Veiligheid van de messen
• Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan
kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk
letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
• Wees voorzichtig als u de messen controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig
als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. De maaimessen en
ondermessen mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer ze nooit te rechten of
eraan te lassen.
• Let op bij machines met meerdere maai-eenheden: als u één maai-eenheid draait,
kunnen de messenkooien in de andere maai-eenheden ook in beweging komen.
Veiligheid tijdens opslag
• Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
– Schakel de maai-eenheden uit en laat deze zakken.
– Haal de parkeerrem aan.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
– Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
• Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Veiligheid: Veiligheid tijdens opslag
Pagina 2–7
3467-576 A