10
De hefarmen afstellen
De afstand van de hefarm en de achterste maai-eenheid
controleren.
1. Start de motor, breng de maai-eenheden
omhoog, zet de motor uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
2. Meet aan de voorste maai-eenheden de
afstand tussen de linker hefarm
beugel van de vloerplaat
hefarm en de beugel van de vloerplaat.
Opmerking:
8 mm
valt, moet u de hefcilinder van de maai-
eenheid afstellen.
Te weinig afstand aan de beugel van de vloerplaat kan de hefarmen beschadigen.
3. Meet aan de achterste maai-eenheid de
afstand tussen de slijtband aan de bovenkant
van de slijtbalk van de achterste maai-eenheid
en de bumperaanslag
Opmerking:
tot 2,54 mm
bereik valt, moet u de hefcilinder van de maai-
eenheid afstellen.
Te weinig afstand aan de achterste slijtbalk kan de maai-eenheid beschadigen.
3467-576A
, en de rechter
De juiste afstand bedraagt 5 tot
. Als de afstand niet binnen dit bereik
.
De juiste afstand bedraagt 0,51
. Als de afstand niet binnen dit
en de
G402584
BELANGRIJK
G402585
BELANGRIJK
Pagina 3–13
Configuratie: De hefarmen afstellen