Mogelijk verkeerd
gebruik
1.3
Omgeving
☞
Omgeving
1.4
Fabrikant van het
instrument
Veiligheidsvoorschriften
Scannen van objecten
•
•
Registreren en vastleggen van beelden
Vastleggen van metingen
•
Berekeningen uitvoeren met software
•
Afstandbediening van het instrument
•
Datacommunicatie met externe apparatuur
•
Gebruik van het product zonder instructies
•
Toepassing buiten de gebruiksgrenzen
•
Het onklaar maken van veiligheidsvoorzieningen
•
Het verwijderen van waarschuwingsstickers
•
Openen van het instrument met gereedschap , bijv. een schroevendraaier,
•
tenzij dit is toegestaan voor bepaalde functies
Modi昀椀catie of aanpassing van het instrument
•
•
Gebruik na ontvreemding
Gebruik van instrumenten met zichtbare schade of defecten
•
Gebruik van accessoires van andere fabrikanten zonder de nadrukkelijke
•
toestemming vooraf van Leica Geosystems
Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen op de werklocatie
•
Opzettelijk verblinden van derden
•
Beperkingen in het gebruik
Geschikt voor gebruik in omgevingen bestemd voor permanente menselijke
bewoning. Niet geschikt voor gebruik bij corrosieve gevaarlijke stoffen of
explosieve omgevingen.
WAARSCHUWING
Werken in gevaarlijke omgevingen of in de buurt van elektrische instal-
laties of vergelijkbare situaties
Levensgevaar.
Voorzorgsmaatregel:
▶
Plaatselijke veiligheidsautoriteiten en veiligheidsexperts moeten worden
benaderd door de persoon die voor het product verantwoordelijk is alvo-
rens te gaan werken in een dergelijke omgeving.
Het volgende advies geldt alleen voor de AC/DC-voedingsadapter en de accula-
der.
Alleen geschikt voor gebruik in droge omgevingen en niet onder slechte
omstandigheden.
Verantwoordelijkheden
Leica Geosystems AG, CH-9435 Heerbrugg, hierna Leica Geosystems genoemd,
is verantwoordelijk voor de veiligheidstechnisch onberispelijke levering van het
instrument inclusief handleiding en originele accessoires.
7