4.5
Algemene informatie
over reiniging
Stof en vuil op opti-
sche oppervlakken
Reiniging van opti-
sche oppervlakken
4.6
☞
Verzorging en vervoer
Procedure voor reiniging van het glas
Het scanvenster moet schoon worden gehouden. Voor het reinigen van het
scanvenster moeten de instructies zoals beschreven in dit hoofdstuk worden
opgevolgd.
VOORZICHTIG
Controleer voor elke reinigingsprocedure of het instrument is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd.
Gebruik een perslucht-stofzuiger alleen om stof en vuil van het oppervlak van
het scanvenster te verwijderen.
Verwijder nooit stof of vuil door te wrijven, want dit geeft krassen op
☞
het glas en kan de speciale optische coating permanent beschadigen.
Vervuiling van de glasruit kan zeer grote meetfouten en dus onbruikbare data
veroorzaken!
Alle op de glasruit zichtbare vervuiling moet worden verwijderd,
☞
behalve de kleine stofdeeltjes die onvermijdelijk adhesief blijven plak-
ken.
Voor de procedure van het reinigen van het glas, wordt het aanbevolen het
Leica-reinigingsdoekje te gebruiken dat bij het systeem wordt meegeleverd.
Reinig de glasruit regelmatig met het aanbevolen reinigingsdoekje:
Schakel het instrument uit en verwijder de accu.
•
Handen wassen is noodzakelijk om vet op de reinigingstissue te voorko-
•
men.
Nog beter is het gebruik van handschoenen om vingerafdrukken op het
•
glas te voorkomen.
•
Gebruik vervolgens het Leica-reinigingsdoekje.
Als er in tegenlicht nog vegen zichtbaar zijn van het reinigen, herhaalt u
•
de procedure.
Gebruik niet de lucht van een persluchtsysteem, daar dit altijd een kleine
•
hoeveelheid olie bevat!
Onderhoud
Een inspectie van het product moet worden uitgevoerd in een door Leica Geo-
systems geautoriseerde servicewerkplaats. Leica Geosystems adviseert het
product elke 12 maanden te laten inspecteren.
45