Minder
geschikte weersom-
standigheden voor
het scannen
Temperatuurwisselin-
gen tijdens het scan-
nen
Vuil op het bescherm-
glas van de rotatie-
spiegel
3.5.2
Over het startscherm
26
Regen, sneeuw en mist kunnen de meetkwaliteit negatief beïnvloeden.
•
Wees u hier altijd van bewust wanneer u onder deze omstandigheden
scant.
Oppervlakken die direct verlicht worden door de zon, veroorzaken een
•
groter ruisbereik en daardoor een grotere meetonzekerheid.
Bij het scannen van sommige objecten tegen de zon of een helder licht-
•
punt in, kan de optische ontvanger zo verblind raken dat in dit gebied
geen meting wordt vastgelegd.
Als het instrument van een koude omgeving, bijvoorbeeld de opslag, naar een
warme, vochtige omgeving wordt gebracht, kan condensvorming optreden op
de spiegel of in extreme gevallen zelfs op de inwendige optiek. Dit kan leiden
tot meetfouten.
Voorzorgsmaatregel: Vermijd snelle temperatuurwisselingen en geef
☞
het instrument de tijd om te acclimatiseren.
Door het ingekapselde ontwerp van de spiegel is hij beschermd tegen direct
contact. Vuil op het beschermglas van de rotatiespiegel, zoals een laag stof,
condensatie of vingerafdrukken, kan echter leiden tot aanzienlijke meetfou-
ten.
Beschikbare bedieningselementen
Het startscherm wordt weergegeven na het opstartproces van het systeem.
Zodra het zichtbaar is, is het instrument klaar om te scannen.
16630_002
RTC360
Element
Statusveld
19620_002
RTC360 LT
Beschrijving
Hoge nauwkeurigheid bij scheefstand
Modus Hoge nauwkeurigheid bij scheefstand
ingeschakeld.
Het instrument staat rechtopstaand of
ondersteboven gehouden waterpas met een
afwijking van ±10°. Hoge nauwkeurigheid bij
scheefstand 18'' wordt toegepast.
Bediening