nl
7.4
Toepassingsbegrenzingen
7.5
Testloop
7.6
Instelling van de nalooptijd
8
Bedrijf
8.1
Automatisch bedrijf
22
Bedrijf
u, voordat u de stekker insteekt, de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
schakeltoestel lezen.
De opvoerinstallatie wordt bediend via het gemonteerde schakeltoestel. De schakelkast
is voor de bediening van de opvoerinstallatie reeds vooringesteld. Raadpleeg voor infor-
matie over de bediening van het schakeltoestel en de afzonderlijke meldingen de in-
bouw- en bedieningsvoorschriften van het schakeltoestel.
Ongeoorloofde gebruikswijzen en overbelasting veroorzaken schade aan het reservoir.
De volgende toepassingsbegrenzingen dienen strikt te worden aangehouden:
▪ Max. toevoer/h: 600 l
▪ Max. toevoerhoogte: 5 m
▪ Max. druk in de persleiding: 1,5 bar
▪ Mediumtemperatuur: 3...40 °C
▪ Omgevingstemperatuur: 3...40 °C
Voer een testloop uit voordat u het automatisch bedrijf van de opvoerinstallatie acti-
veert. Een testloop controleert de storingsvrije werking en de dichtheid van de installa-
tie. Ter garantie van een optimaal bedrijf van de installatie moet de nalooptijd van de
pomp in sommige gevallen worden aangepast.
‡ Opvoerinstallatie gemonteerd.
‡ Installatie gecontroleerd op correcte werking.
1. De opvoerinstallatie inschakelen: Stekker in het stopcontact steken.
2. Controleer de bedrijfssituatie van het schakeltoestel.
⇒ Het schakeltoestel moet in de automatische modus werken.
3. Afsluitarmaturen aan de toevoer- en perszijde openen.
⇒ Het verzamelreservoir wordt langzaam gevuld.
4. De opvoerinstallatie wordt via de niveauregeling aan- en uitgeschakeld.
⇒ Doorloop in het kader van een testloop een volledig pompproces van alle
pompen.
5. Afsluiters in de toevoer sluiten.
⇒ De opvoerinstallatie mag niet meer worden ingeschakeld, omdat er geen me-
dium meer in stroomt. Als de opvoerinstallatie zich weer inschakelt, is de te-
rugslagklep ondicht. Controleer de positie van de ontluchtingsschroef aan de
terugslagklep ten behoeve van een correcte werking van de terugslagklep en
pas deze eventueel aan!
6. Controleer alle buisverbindingen en het verzamelreservoir op dichtheid.
⇒ Als alle onderdelen dicht zijn en de terugslagklep correct sluit, kan de opvoer-
installatie overschakelen op automatisch bedrijf.
7. Open de afsluiters in de toevoer weer.
▶ Opvoerinstallatie werkt weer in automatisch bedrijf.
De looptijd van de pomp is af fabriek vooringesteld. Als u tegen het einde van het
pompproces langere (> 1 sec.) slurpgeluiden hoort, dient u de nalooptijd via het scha-
keltoestel te verminderen. Raadpleeg de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
aangebouwde schakeltoestel voor het instellen van de nalooptijd !
LET OP! Als een nalooptijd later wordt ingesteld, dient u rekening te houden met de
bedrijfssituatie van de opvoerinstallatie. De bedrijfssituatie geeft de maximaal toe-
gestane bedrijfsduur aan!
De opvoerinstallatie draait standaard in automatisch bedrijf en wordt via de geïnte-
greerde niveauregeling in- en uitgeschakeld.
WILO SE 2017-06