6.6.1
Beveiliging aan de netzijde
6.6.2
Netaansluiting
6.6.3
Gemonteerd schakeltoestel
6.6.4
Bedrijf met frequentie-omvormer
7
Inbedrijfname
7.1
Personeelskwalificatie
7.2
Plichten van de gebruiker
7.3
Bediening
Inbouw- en bedieningsvoorschriften DrainLift S
Inbedrijfname
▪ Gemonteerd schakeltoestel zo aanbrengen dat het beveiligd is tegen overstromingen.
Vermogensbeschermingsschakelaar
De capaciteit van de vermogensbeschermingsschakelaar is afgestemd op de nominale
stroom van de pomp. De schakelkarakteristiek moet overeenkomen met groep B of C.
Neem de lokale voorschriften in acht.
Lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD)
Neem de voorschriften van het lokale energiebedrijf in acht! Het gebruik van een lek-
stroom-veiligheidsschakelaar wordt aanbevolen.
Beveilig de aansluiting met een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) als personen in
aanraking met het product en met geleidende vloeistoffen kunnen komen.
Het gemonteerde schakeltoestel van de opvoerinstallatie is uitgerust met een randaar-
destekker resp. een CEE-faseomkeerstekker. Voor de aansluiting aan het stroomnet
dient u voor een randaardecontactdoos (conform de lokale voorschriften) of een CEE-
contactdoos (conform de lokale voorschriften), beide niet inbegrepen, te zorgen.
De kabels van het schakeltoestel zijn reeds aangesloten en af fabriek ingesteld voor ge-
bruik met de opvoerinstallatie. Het schakeltoestel beschikt over de volgende functies:
▪ Niveau-afhankelijke besturing
De schakelpunten van de niveauregeling zijn vast ingesteld en kunnen niet worden ge-
wijzigd.
▪ Motorbeveiliging
▪ Controle van de draairichting (alleen bij draaistroomuitvoering)
▪ Hoogwateralarm
Het schakelniveau voor de alarmmelder ligt bij ca. 220 mm (boven bovenkant montage-
vlak).
De aansluitingen van de spanningskabels op het schakeltoestel worden in het schakel-
schema in de bijlage bij deze inbouw- en bedieningsvoorschriften weergegeven. Meer
informatie over de afzonderlijke functies vindt u in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften van het schakeltoestel.
Het bedrijf op een frequentie-omvormer is niet toegestaan.
WAARSCHUWING
Voetletsel als gevolg van ontbrekende beschermingsuitrusting!
Tijdens werkzaamheden bestaat risico op (ernstig) letsel. Draag veiligheidsschoenen!
▪ Elektrische werkzaamheden: elektrische werkzaamheden moeten door een elektro-
monteur (conform EN 50110-1) worden uitgevoerd.
▪ Bediening/besturing: het bedienend personeel moet geïnstrueerd zijn over de werking
van de volledige installatie.
▪ Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften bij de opvoerin-
stallatie of op een daarvoor bestemde plek.
▪ Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van
het personeel.
▪ Het garanderen dat het volledige personeel de inbouw- en bedieningsvoorschriften
heeft gelezen en begrepen.
▪ Het garanderen dat alle veiligheidsvoorzieningen en nooduitschakelingen actief zijn en
gecontroleerd zijn op storingsvrije werking.
▪ De opvoerinstallatie is geschikt voor toepassing in de opgegeven bedrijfsomstandighe-
den.
VOORZICHTIG
Functiestoring door verkeerde bediening van het schakeltoestel!
Na het erin steken van de stekker start de schakelkast in de laatst ingestelde be-
drijfssituatie. Om vertrouwd te raken met de bediening van het schakeltoestel, moet
nl
21