nl
6
Installatie en elektrische aan-
sluiting
6.1
Personeelskwalificatie
6.2
Opstellingswijzen
6.3
Plichten van de gebruiker
6.4
Montage
14
Installatie en elektrische aansluiting
▪ De opvoerinstallatie mag niet worden opgeslagen in ruimten waar wordt gelast. De gas-
sen of straling die daarbij vrijkomen kunnen de onderdelen van elastomeer aantasten.
▪ De opvoerinstallatie moet worden beschermd tegen direct zonlicht en hitte. Extreme
hitte kan schade aan het reservoir en de pompen veroorzaken!
▪ Onderdelen van elastomeer zijn aan natuurlijke verbrossing onderhevig. Als de opslag
langer dan 6 maanden duurt, wordt u verzocht om contact op te nemen met de Wilo-
servicedienst.
Na de opslagtijd moeten voor inbedrijfname de onderhoudswerkzaamheden volgens
EN 12056-4 worden uitgevoerd.
▪ Elektrische werkzaamheden: elektrische werkzaamheden moeten door een elektro-
monteur (conform EN 50110-1) worden uitgevoerd.
▪ Installatie-/demontagewerkzaamheden: De vakman/-vrouw moet een opleiding heb-
ben gevolgd voor de omgang met de noodzakelijke gereedschappen en bevestigings-
materialen voor de betreffende opstelplaats. Verder moet de vakman/-vrouw ge-
schoold zijn in de verwerking van kunststof buizen. Bovendien moet de vakman/-vrouw
geïnstrueerd zijn over de plaatselijk geldige richtlijnen voor afvalwateropvoerinstalla-
ties.
▪ Bovengrondse installatie binnen het gebouw
▪ Ondergrondse installatie in een pompput buiten het gebouw
▪ Neem de lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de
beroepsverenigingen in acht.
▪ Stel de beschermingsuitrusting ter beschikking en zorg ervoor dat deze door het perso-
neel wordt gedragen.
▪ Bij het gebruik van hijsmiddelen dient u alle voorschriften voor het werken onder zwe-
vende lasten in acht te nemen.
▪ Om een probleemloze levering van de opvoerinstallatie inclusief transportmiddelen te
garanderen, dient de bedrijfsruimte vrij toegankelijk te zijn. De toegangsroute naar de
bedrijfsruimte moet voldoende plaats bieden, de aanwezige liften moeten voldoende
draagvermogen hebben.
▪ De bouwkundige constructie en/of de fundering moeten voldoende stevig zijn voor een
veilige en functionele bevestiging. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor het ter
beschikking stellen van een geschikte bouwkundige constructie!
▪ Het montagevlak moet waterpas en vlak zijn en geschikt zijn voor de bevestiging met
pluggen.
▪ Voer de installatie uit conform de lokaal geldende voorschriften (DIN 1986-100,
EN 12056).
▪ Voor een correcte installatie en werking van de opvoerinstallatie dienen de leidingen
volgens de tekeningen te worden aangelegd en voorbereid.
▪ Breng de netaansluiting beveiligd tegen overstroming aan.
WAARSCHUWING
Hand- en voetletsel als gevolg van ontbrekende beschermingsuitrusting!
Tijdens werkzaamheden bestaat risico op (ernstig) letsel. De volgende bescher-
mingsuitrusting moet worden gedragen:
• Veiligheidshandschoenen
• Veiligheidsschoenen
VOORZICHTIG
Materiële schade door verkeerd transport!
Het transport en de plaatsing van de opvoerinstallatie kunnen niet door één persoon
worden uitgevoerd. Er bestaat gevaar voor materiële schade aan de opvoerinstalla-
tie! De opvoerinstallatie moet altijd met twee personen worden getransporteerd en
op het opstellingsvlak worden uitgelijnd.
WILO SE 2017-06