Bedieningselementen, indicators en bediening van de machine
Vooruit en achteruit rijden
Zet de keuzeschakelaar heffen/rijden van het platform in de stand
rijden/sturen. Druk op de rode activeringsschakelaar op de voorzijde
van de joystick en breng de joystick naar voren om vooruit te rijden of
naar achteren om achteruit te rijden.
Het rijsysteem is proportioneel: u moet dus, als u sneller wilt rijden, de
joystick vanuit de neutrale stand verder in de rijrichting duwen.
Wanneer u de rode activeringsschakelaar loslaat of de joystick naar
het midden terugbrengt, stopt de machinebeweging.
Op-
Verplaats de joystick in de richting van de zwarte of witte pijl die
mer-
overeenkomt met de kleur van de pijl op het chassis voor de ge-
king:
wenste rijrichting om verzekerd te zijn van de juiste uitvoering van
de gewenste platformfunctie.
USB-poort (indien aanwezig):
Voorziet het platform van een USB-poort.
Variabele scheefstand - platformbeperkte hoogte-indicator
Deze indicator geeft de maximaal toegestane uitschuifhoogte van het platform aan
als de machine binnen de grenzen van het variabele scheefstandwerkbereik is.
Indien geactiveerd, wordt de toegestane platformhoogte weergegeven in een of
drie hoogtebereiken, afhankelijk van de mate van scheefstand die door de
scheefstandsensor van de machine wordt herkend. Zie tabellen in Hoofdstuk 2
voor scheefstandshoek - beperkingen platformbedrijfshoogte.
3.8
RECHT EN DWARS OP HELLING
50
31222164
R2632, R3246