Advertenties
Bedieningselementen, indicators en bediening van de machine
Sluit het laadapparaat alleen aan op een goed aangebracht en geaard stopcontact.
Gebruik geen aardingsadapters en breng geen wijzigingen in de stekker aan. Raak
geen niet-geïsoleerd gedeelte van een uitgangsconnector of een niet-geïsoleerde
accupool aan.
Gebruik het laadapparaat niet als het netsnoer is beschadigd of als het laadapparaat
een flinke klap heeft gekregen, is gevallen of op enige andere wijze is beschadigd.
Koppel de wisselstroomvoeding van het laadapparaat altijd los alvorens de
aansluitingen (PLUS/MIN) op de accu te maken of te verbreken.
Open of demonteer de lader niet.
De wisselstroom-ingangsstekker van de acculader bevindt zich aan de binnenzijde
van het frame, linksachter op de machine, naast de acculader. Zie specifieke
informatie over de lader in
1. Sluit de wisselstroom-ingangsstekker van het laadapparaat aan op een geaard
stopcontact via een zwaar uitgevoerd drieaderig verlengsnoer.
2. Na het aansluiten van de lader op een stopcontact aan het begin van de
laadcyclus, controleert u de normale werking van de led-indicatoren op de
Hoofdstuk – Onderhoud door
lader (zie
Op-
De huidige oplaadstatus van de accu is ook te zien aan de lampjes op
mer-
het platformbedieningsstation of de MDI-indicator (indien aanwezig) op
king:
het grondbedieningsstation, wanneer de machine is ingeschakeld.
3. De accu's zijn volledig opgeladen wanneer alle drie de GROENE LAMPJES op
het platformbedieningsstation of het MDI-acculaadpaneel branden.
Op-
Als het laadapparaat blijft aangesloten, wordt er automatisch opnieuw
mer-
een volledige laadcyclus gestart als de accuspanning een minimale
king:
spanning heeft bereikt of als er 30 dagen zijn verstreken.
R2632, R3246
LET OP
Hoofdstuk – Algemene specificaties en
machinist).
31222164
onderhoud.
37
Advertenties
