Veiligheidsmaatregelen
•
Laat altijd iemand op de uitkijk staan wanneer u ergens rijdt waar het zicht
beperkt is.
•
Zorg dat ander personeel tijdens de bediening op minstens 1,8 m (6 ft) afstand
van de machine blijft.
•
Onder alle rijomstandigheden moet de machinist de rijsnelheid beperken
naargelang van bodemgesteldheid, verkeer, zicht, helling, aanwezigheid van
personeel en andere factoren.
•
Houd bij alle rijsnelheden rekening met de remafstand. Wanneer u in de hoge
versnelling rijdt, verminder dan de rijsnelheid alvorens te stoppen. Rijd op
hellingen uitsluitend in de lage versnelling.
•
Rijd niet in de hoge versnelling in beperkte of nauwe ruimten of wanneer u
achteruit rijdt.
•
Wees steeds uiterst voorzichtig om te voorkomen dat obstakels de
bedieningselementen en personen op het platform raken of hinderen.
•
Zorg dat gebruikers van andere machines boven en op de grond op de hoogte
zijn van de aanwezigheid van de MEWP. Schakel de stroom naar
bovenloopkranen uit. Baken de ruimte zo nodig af.
•
Bedien de machine niet boven personeel op de grond. Waarschuw het personeel
niet onder een geheven giek of platform te werken, staan of lopen. Plaats zo
nodig barrières op de grond.
Als u de machine rijdt vanaf het grondbedieningsstation van het platform, mag u de
bedieningskast tijdens het rijden aan geen enkel deel van de machine ophangen.
Houd het bedieningskastje vast en bewaar een afstand van minimaal 1 m (3 ft) tot de
machine.
1.4
SLEPEN, HEFFEN EN VERVOEREN
•
Laat nooit personen op het platform toe terwijl de machine gesleept, gehesen of
vervoerd wordt.
•
Deze machine mag niet gesleept worden, behalve in geval van nood, een defect,
een stroomstoring of bij het laden/lossen. Zie het hoofdstuk Noodprocedures in
deze handleiding voor slepen in noodgevallen.
•
Verzeker u ervan dat het platform volledig is ingeschoven en zich volstrekt geen
gereedschap op het platform bevindt voordat de machine wordt gesleept,
gehesen of vervoerd.
•
Wanneer de machine met een vorkheftruck wordt geheven, mogen de vorken
alleen op de daarvoor bestemde plaatsen van de machine worden geplaatst.
Gebruik een vorkheftruck die voldoende capaciteit heeft.
22
WAARSCHUWING
31222164
R2632, R3246