Tabblad: Fault/Service History (Storings-/onderhoudshistorie)
Tabblad: Diagnostics (Diagnose)
Opmerking: De opgeslagen storings- en onderhoudsgebeurtenissen kunnen
alleen worden beoordeeld, als de datum en de tijd correct zijn ingesteld.
–
Fault History: Met de functie "Fault History" kunt u de lijst met de laatste
40 storingsgebeurtenissen weergeven. Nadat u op het selectieveld hebt
gedrukt, verschijnt de lijst met storingsgebeurtenissen.
–
Service History: Met de functie "Service History" kunt u de lijst met de
laatste 40 onderhoudsgebeurtenissen weergeven. Nadat u op het selec-
tieveld hebt gedrukt, verschijnt de lijst met onderhoudsgebeurtenissen.
–
Export History: Met deze functie kunt u de lijsten met de opgeslagen
storings- en onderhoudsgebeurtenissen via de USB-interface op de bestu-
ringsprint opslaan op een met FAT32 geformatteerde USB-geheugenstick.
Nadere informatie over het opslaan van storings- en onderhoudsgebeur-
tenissen op een USB-geheugenstick vind u in
–
Input Diagnostics: Met de functie "Input Diagnostics" roept u het subme-
nu "Input Diagnostics" op, waarin u verschillende ingangswaarden kunt
weergeven die het systeem voor de besturing gebruikt. Gedetailleerde
informatie over de afzonderlijke diagnosefuncties van de ingangen vindt
u in
hoofdstuk 5.5.2.1.
–
Relay Diagnostics: Met de functie "Relay Diagnostics" roept u het sub-
menu "Relay Diagnostics" op, waarin u de relais van de bedrijfs- en sto-
ringstelecommunicatiekaart en van de accessoirekaart kunt inschakelen
of uitschakelen. Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke diagno-
sefuncties van de telecommunicatieprint vindt u in
Opmerking: Als het submenu "Diagnose telecommunicatieprint" wordt
opgeroepen, wordt het bevochtigingssysteem automatisch naar de slaap-
modus overgeschakeld.
hoofdstuk
7.4.
hoofdstuk 5.5.2.2.
43