2.6
Productbeschrijving
Pos.
Beschrijving
1
Warmwateruitgang
2
Circulatieaansluiting
3
Aanvoer boiler
4
Dompelhuls voor temperatuursensor warmteproducent
5
Retourleiding boiler
6
Ingang koud water
7
Warmtewisselaar voor naverwarming door verwarmingstoe-
stel, geëmailleerde gladde buis
8
Inspectieopening voor onderhoud en reiniging aan de voorzij-
de
9
Boilervat, geëmailleerd staal
10
Magnesiumanode
11
PS-manteldeksel
12
Mantel, gelakt staal met warmte-isolatie uit polyurethaan-
hardschuim, 50 mm
Tabel 6 Productbeschrijving (
pagina 57)
3
Voorschriften
Installeer de boiler conform de nationale normen en richtlijnen.Deze
bufferboiler dient door een bevoegd installateur te worden geplaatst.
Hij dient zich te houden aan de geldende nationale en plaatselijke voor-
schriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de officiële
instanties of bij de nv Bosch Thermotechnology.
4
Transport
▶ Tapwaterboiler tijdens het transport beveiligen tegen vallen.
▶ Verpakte boiler met steekkar en spanband transporteren ( afb. 4,
pagina 56).
-of-
▶ Onverpakte boiler met transportnet transporteren, daarbij de aan-
sluitingen tegen beschadiging beschermen.
5
Montage
De boiler wordt compleet gemonteerd geleverd.
▶ Boiler op schade en volledigheid controleren.
5.1
Opstelling
5.1.1
Eisen aan de opstellingsplaats
OPMERKING: Schade aan de installatie door onvol-
doende draagkracht van het opstellingsoppervlak of
door een niet geschikte ondergrond.
▶ Waarborg, dat het opstellingsoppervlak vlak is en
voldoende draagkracht heeft.
▶ Boiler op de sokkel plaatsen wanneer het gevaar bestaat, dat op de
opstellingsplaats water op de vloer kan blijven staan.
▶ Boiler droog en in vorstvrije binnenruimten opstellen.
▶ Minimale hoogte van de ruimte ( tab. 4, pagina 51) en minimale af-
standen tot de wand in de opstellingsruimte
respecteren( afb. 6, pagina 56).
5.1.2
Tapwaterboiler opstellen
▶ Boiler opstellen en uitlijnen ( afb. 6 tot afb. 8, pagina 56).
▶ Beschermkappen verwijderen.
▶ Teflonband of teflonkoord aanbrengen ( afb. 9, pagina 57).
SU300.5 | SU400.5 – 6 720 819 647 (2021/05)
afb. 3, pagina 55 en afb. 10,
5.2
Hydraulische aansluiting
WAARSCHUWING: Brandgevaar door soldeer- en las-
werkzaamheden!
▶ Neem bij soldeer- en laswerkzaamheden geschikte
veiligheidsmaatregelen, omdat de warmte-isolatie
brandbaar is. Bijv. warmte-isolatie afdekken.
▶ Boilermantel na de werkzaamheden op schade con-
troleren.
WAARSCHUWING: Gevaar voor de gezondheid door
vervuild water!
Onzorgvuldig uitgevoerde montagewerkzaamheden ver-
vuilen het drinkwater.
▶ Installeer de boiler hygiënisch conform de landspeci-
fieke normen en richtlijnen.
5.2.1
Boiler hydraulisch aansluiten
Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen
( afb. 10, pagina 57).
▶ Installatiemateriaal gebruiken dat tot 160 °C (320 °F) hittebestendig
is.
▶ Er mogen geen open expansievaten worden gebruikt.
▶ Bij drinkwater-verwarmingsinstallaties met kunststof leidingen me-
talen koppelingen gebruiken.
▶ Aftapleiding conform de aansluiting dimensioneren.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed gespuid worden.
▶ Oplaadleidingen zo kort mogelijk uitvoeren en isoleren.
▶ Bij gebruik van een terugslagklep in de aanvoerleiding naar de koud-
waterinlaat: veiligheidsklep tussen terugslagklep en koudwaterinlaat
inbouwen.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger is dan 5 bar, een druk-
verminderaar inbouwen.
▶ Alle niet gebruikte aansluitingen afsluiten.
5.2.2
Veiligheidsklep inbouwen (bouwzijdig)
▶ Bouwzijdig een typebeproefd, voor drinkwater toegelaten, veilig-
heidsklep ( DN 20) in de koudwaterleiding inbouwen ( afb. 10,
pagina 57).
▶ Installatiehandleiding van de veiligheidsklep respecteren.
▶ De uitblaasleiding van de veiligheidsklep moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een ontwateringsplaats uitmonden,
waarbij de plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van de veiligheidklep.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, die
in de koudwaterinlaat mogelijk is ( tab. 4, pagina 51).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op de veiligheidsklep aanbren-
gen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan be-
drijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van de veiligheidsklep:
▶ Drukverminderaar monteren ( afb. 10, pagina 57).
Netdruk (rust-
Aanspreekdruk
druk)
veiligheidsventiel
6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
8 bar
5 bar
8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 7 Keuze van een geschikte drukverminderaar
Voorschriften
3
Drukverminderaar
in de EU
niet nodig
max. 4,8 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
max. 5,0 bar
51