Het menu van de TV gebruiken
BEELD INSTELLING
BEELD INSTELLING
TINT
KONTRAST
HELDERHEID
SCHERPTE
KLEUR
TERUG
TV
OK
D0014-NL
TINT
U kunt een van de drie instellingsstanden TINT kiezen (drie
verschillende beeldinstellingen) om de beeldinstellingen
automatisch te maken.
KOEL:
Een koele witte kleurbasis met een versterking van het
kleur- en contrastniveau voor een helder, levendig beeld.
WARM:
Een warme oranje/rode kleurbasis die de juiste kleur- en
contrastniveaus geeft voor het bekijken van films.
NORMAAL:
Een normale witte kleurbasis met normale kleur- en
contrastniveaus.
Beeldinstelling
U kunt de beeldinstellingen van iedere TINT-instelling naar
wens veranderen.
KONTRAST:
U kunt het beeldcontrast naar wens instellen.
2 : lager
3 : hoger
HELDERHEID:
U kunt het beeldhelderheid naar wens instellen.
2 : donker
3 : helder
SCHERPTE:
U kunt het beeldscherpte naar wens instellen.
2 : zachter
3 : scherper
KLEUR:
U kunt de beeldkleur naar wens instellen.
2 : lichter
3 : dieper
TINT NTSC:
U kunt de beeldtint naar wens instellen.
2 : roodachtig
3 : groenig
• De instelling TINT NTSC (beeldtint) kan alleen worden
gewijzigd als het kleursysteem NTSC 3.58 of NTSC
4.43 is. (Zie "Specificaties" op pagina 36.)
De standaardinstellingen voor TINT herstellen:
Druk op de blauwe toets.
• Hiermee worden de door u gekozen beeldinstellingen in
de TINT-instelling teruggezet naar de
standaardinstellingen en in de TINT-instelling
opgeslagen.
16
NORMAAL
STANDAARD
BEELD MOGELIJKHEDEN
BEELD MOGELIJKHEDEN
DNR
AUTO
Digi Pure Pro
AUTO
KLEURSYSTEEM
4:3 AUTO ZOOM
PIP POSITIE
TERUG
TV
OK
D0015-NL
DNR
Met de DNR -functie kunt u de ruis onderdrukken die in het
oorspronkelijke beeld zit.
U kunt kiezen uit drie DNR-instellingen: AUTO, MIN
MAX.
AUTO:
De TV zal automatisch het niveau van het DNR-effect
instellen overeenkomstig de hoeveelheid ruis in het beeld,
zodat een optimale beeldkwaliteit wordt verkregen.
• Als u het DNR-effect te hoog instelt, is het mogelijk dat
het beeld minder scherp wordt. Indien mogelijk, verdient
het aanbeveling de AUTO-instelling te gebruiken.
MIN:
Het niveau van het DNR-effect wordt zo laag mogelijk
ingesteld. Als u de functie DNR op AUTO hebt gezet, maar
vindt dat de scherpte van het oorspronkelijke beeld niet
voldoende wordt weergegeven, kunt u overschakelen van
AUTO naar MIN.
• De MIN-instelling is niet geschikt wanneer u een erg
slecht beeld hebt met veel ruis.
MAX:
Het niveau van het DNR-effect wordt zo hoog mogelijk
ingesteld. Als u de functie DNR op AUTO hebt gezet, maar
vindt dat er nog steeds ruis in het beeld is, kunt u
overschakelen van AUTO naar MAX.
• De MAX-instelling is niet geschikt wanneer u een goed
beeld hebt met praktisch geen ruis.
DigiPure Pro
De DigiPure Pro-functie maakt gebruik van de meest
recente digitale technologie om een natuurlijk beeld te
verkrijgen. De DigiPure Pro-functie bevat de volgende twee
functies:
DigiPure-functie:
Deze functie zorgt voor een natuurlijk beeld door
elimineren van de overbodige contouren bij heldere beelden
met een hoog contrast. Bij beelden met een laag contrast
worden contouren toegevoegd waardoor een scherper en
gedetailleerder beeld wordt verkregen.
U kunt kiezen uit drie DigiPure-instellingen: AUTO, MIN
MAX.
• Als u het DigiPure-effect te hoog instelt bij een slecht
beeld dat veel ruis bevat, kan het gebeuren dat de ruis
nog sterker wordt. Wij adviseren u waar mogelijk de
AUTO-instelling te gebruiken.
Beeldbeweging-compensatiefunctie:
Deze functie zorgt ervoor dat snel bewegende onderwerpen
(bijvoorbeeld de spelers of de bal bij een voetbalwedstrijd)
meer vloeiend en natuurlijk worden weergegeven.
• Het effectniveau van de beeldbeweging-
compensatiefunctie kan niet veranderd worden. Het
effectniveau is hetzelfde, ongeacht of de AUTO-, MIN-
of MAX-instelling wordt gebruikt.
1 Kies DigiPure Pro
2 Gebruik de 5
5 -toetsen om de gewenste
5
5
instelling te kiezen. Druk hierna op de toets a
a
a
a