Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Bedieningshandleiding pagina 31

0,25-75 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud, diagnose en prob...
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog
De DC-tussenkringspanning is hoger dan de waarschu-
wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieregelaar. De eenheid
is nog steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag
De DC-tussenkringspanning is lager dan de waarschu-
wingslimiet voor lage spanning. De limiet hangt af van de
nominale spanning van de frequentieregelaar. De eenheid
is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning
Als de DC-tussenkringspanning hoger is dan de
begrenzing, wordt de frequentieregelaar na enige tijd
uitgeschakeld.
Problemen verhelpen
Sluit een remweerstand aan.
Verleng de ramptijd.
Wijzig het type ramp.
Activeer de functies in parameter 2-10 Remfunctie.
Verhoog parameter 14-26 Uitschakelvertraging bij
inverterfout.
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning
Als de DC-tussenkringspanning onder de onderspannings-
limiet komt, controleert de frequentieregelaar of er een 24
V DC-backupvoeding is aangesloten. Als geen 24 V DC-
backupvoeding is aangesloten, wordt de frequentieregelaar
uitgeschakeld na een vaste vertraging. Die vertraging
hangt af van de eenheidgrootte.
Problemen verhelpen
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt
met de spanning van de frequentieregelaar.
Voer een ingangsspanningstest uit.
Voer een soft-chargecircuittest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast
De frequentieregelaar werd gedurende een te lange tijd
voor meer dan 100% overbelast en staat op het punt van
uitschakelen. De teller voor de thermo-elektronische
inverterbeveiliging genereert een waarschuwing bij 98% en
schakelt de frequentieregelaar uit bij 100%, waarbij een
alarm wordt gegenereerd. De frequentieregelaar kan niet
worden gereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.
Problemen verhelpen
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het
LCP met de nominale stroom van de frequentie-
regelaar.
Vergelijk de op het LCP aangegeven uitgangs-
stroom met de gemeten motorstroom.
Laat de thermische belasting van de frequentiere-
gelaar weergeven op het LCP en houd de waarde
in de gaten. Wanneer de stroom hoger is dan de
nominale continustroom van de frequentiere-
MG33AT10
Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-
ETR
De elektronische thermische beveiliging (ETR) geeft aan
dat de motor te warm is.
Selecteer 1 van deze opties:
De fout treedt op wanneer de motor gedurende een te
lange tijd voor meer dan 100% wordt overbelast.
Problemen verhelpen
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motort-
hermistor
Controleer of de thermistor is losgekoppeld. In
parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging kunt u instellen of
de frequentieregelaar een waarschuwing of een alarm
moet genereren.
Problemen verhelpen
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
gelaar, gaat de teller omhoog. Wanneer de
stroom lager is dan de nominale continustroom
van de frequentieregelaar, gaat de teller omlaag.
De frequentieregelaar genereert een
waarschuwing of een alarm wanneer de teller >
90% wordt en parameter 1-90 Therm. motorbevei-
liging is ingesteld op waarschuwingsopties.
De frequentieregelaar wordt uitgeschakeld (trip)
wanneer de teller 100% bereikt en
parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging is
ingesteld op uitschakelingsopties.
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de in parameter 1-24 Motorstroom
ingestelde motorstroom correct is.
Controleer of de motorgegevens in parameter
1-20 tot 1-25 correct zijn ingesteld.
Controleer bij gebruik van een externe ventilator
of die ook is geselecteerd in parameter 1-91 Ext.
motor-ventilator.
Door het uitvoeren van een AMA via
parameter 1-29 Autom. aanpassing motorgeg.
(AMA) wordt de frequentieregelaar nauwkeuriger
afgestemd op de motor en wordt de thermische
belasting beperkt.
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of de
thermistor correct is aangesloten tussen klem 53
of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10
V-voeding). Controleer ook of de klemschakelaar
voor 53 of 54 is ingesteld voor spanning.
Controleer of parameter 1-93 Thermistorbron is
ingesteld op klem 53 of 54.
Controleer bij gebruik van klem 18, 19, 31, 32 of
33 (digitale ingangen) of de thermistor correct is
aangesloten tussen de gebruikte digitale
7
7
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave