Inbedrijfstelling
5.3 Systeemsetup
1.
Voer een automatische aanpassing van de motorgegevens (AMA) uit:
1a
1b
2.
Controleer de draairichting van de motor.
3.
Voer de volgende stappen uit als er gebruik wordt gemaakt van encoderterugkoppeling:
3a
3b
5
5
3c
3d
3e
Parameter 1-20 Motorverm. [kW]
Parameter 1-21 Motorverm. [PK]
Parameter 1-22 Motorspanning
Parameter 1-23 Motorfrequentie
Parameter 1-24 Motorstroom
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid
Parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel
Parameter 1-39 Motorpolen
Tabel 5.1 Te controleren basisparameters voorafgaand aan AMA
20
®
VLT
Stel de volgende basismotorparameters in zoals vermeld in Tabel 5.1 voordat u de AMA uitvoert.
Optimaliseer de compatibiliteit van motor en frequentieregelaar via parameter 1-29 Autom. aanpassing
motorgeg. (AMA).
Selecteer [0] Snelh. zndr terugk. in parameter 1-00 Con guratiemodus.
Selecteer [1] 24V-encoder in parameter 7-00 Terugk.bron snelheids-PID.
Druk op [Hand On].
Druk op [►] voor een positieve snelheidsreferentie (parameter 1-06 Richting rechtsom ingesteld op [0]
Normaal).
Controleer in parameter 16-57 Feedback [RPM] of de terugkoppeling positief is.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
AutomationDrive FC 301/302
Parameter 1-10 Motorconstructie
ASM
PM
X
X
X
X
X
X
X
X
X
SynRM
X
X
X
X
MG33AT10