Stap 11
Voer de automatische gradatieaanpassing uit.
Pas de gradatie aan om duidelijk af te drukken.
●
Afhankelijk van de machine verschilt de procedure. Voor informatie over de automatische
gradatieaanpassing raadpleegt u
Stap 12
Druk een rapport af.
U kunt de netwerkgebruikerslijst, de faxgebruikersgegevenslijst en de aangepaste waardenlijst
afdrukken.
Stap 13
De installatiegids afronden.
Na het afronden van de installatiegids herstart u de machine om de opgegeven instellingen toe
te passen.
●
Als u de installatiegids niet gebruikt, drukt u bij stap 1 op <Einde installatiegids>.
●
U kunt op
drukken om instellingen die tijdens de installatiegids zijn geconfigureerd op een later tijdstip
afzonderlijk op te geven.
Instellen
●
Selecteer het lijntype en druk op <OK>.
●
Druk op <Start afdrukken> voor het rapport dat u wilt afdrukken.
●
Wanneer het afdrukken is voltooid of als u geen lijst afdrukt, drukt u op <OK>.
●
Druk op <OK> om de machine te herstarten.
Gradatie aanpassen(P. 1179) .
15