Het bevestigings- en alarmsignaal instellen
De machine laat in verschillende situaties geluidssignalen horen, bijvoorbeeld wanneer toetsen op het
bedieningspaneel of knoppen op het aanraakscherm worden ingedrukt, of wanneer een storing optreedt. U kunt
opgeven of elk geluid apart moet worden ingesteld.
1
Druk op de Toets voor volume-instellingen.
2
Druk op <Overige volumeinstellingen>.
●
Als de optie voor het inschakelen van het gebruik van de faxfunctie niet is geïnstalleerd (
Systeemopties(P. 1456) ), wordt <Volume Settings> weergegeven.
3
Stel elk bevestigings-/alarmsignaal in en druk op <Sluiten>.
Items instellen
<Invoersignaal>
<Ongeldig invoersignaal>
<Verbr.mat. aanvul. signaal>
<Vergat origineeltint>
<Foutsignaal>
<Gereedsignaal>
Basisbewerkingen
Bedieningspaneel(P. 107)
Geluid dat klinkt als een toets op het bedieningspaneel of een knop op het
aanraakscherm wordt ingedrukt
Geluid dat klinkt bij een ongeldige bewerking via een toets/knop of bij het
invoeren van een cijfer buiten het toegestane bereik
Geluid dat klinkt wanneer de toner bijna op is
Geluid dat klinkt als een origineel op de glasplaat achterblijft nadat de bewerking
is voltooid
Geluid dat klinkt wanneer een storing, zoals een papierstoring of bedieningsfout,
optreedt
Geluid om aan te geven dat een bewerking zoals kopiëren of scannen is voltooid
209
Beschrijving