Plaats en funktie van de
bedieningsorganen
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen ( ) haakjes aangegeven bladzijden.
Voorkant cassetterecorder
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 Begincode-funktietoets (START
ID•MODE)
2 Begincode-vastlegtoets (START
ID•ENTER)
3 Verlichtingstoets (LIGHT)
Druk hierop om het uitleesvenster
te verlichten, bij gebruik van de
cassetterecorder in het donker.
4 Geluidssterktetoetsen (VOL +/–)
(20)
5 Toetsvergrendelschakelaar
(HOLD) (13, 15, 20, 38)
De toetsvergrendeling blokkeert
niet de CLOCK/SET, de
COUNTER/– en RESET/+ toetsen
(behalve in de stroombesparende
stand). Door de knop in de
stopstand naar de HOLD stand te
schuiven, schakelt u de
stroombesparingsfunktie in.
6 Hoofdtelefoon-aansluiting
(REMOTE/2) (20, 25, 34)
7 Lijnuitgang (LINE OUT) (26, 32)
8 Opnameniveauregelaar (REC
LEVEL) (25)
9 Mikrofoon/lijningang (MIC/LINE
IN) (16, 23, 25)
!º Bandloopfunktietoetsen: (18)
= 0 Terugspoel/AMS-
zoektoets
Stoptoets (p STOP)
Weergavetoets (( PLAY)
) + Vooruitspoel/AMS-
zoektoets
Opnametoets (r REC)
Pauzetoets (P PAUSE)
!¡ Gelijkstroomingang (DC IN 4.5V)
(39)
!™ Cassettehouder-openknop (OPEN)
(14)
!£ Terugstel/plustoets (RESET/+)
(10, 40)
!¢ Teller/mintoets (COUNTER/–)
(10)
!∞ Klok/insteltoets (CLOCK/SET)
(11, 13)
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
!º
!¡
!™
!£
!¢
!∞
5
NL