Tips
• Als het opnemen
doorgaat tot aan het
eind van de band, zal
het apparaat na afloop
de band automatisch
naar het begin
terugspoelen en komt
dan in de stopstand te
staan (Automatische
terugspoelfunktie).
Opmerkingen
• Tijdens het meeluisteren
bij opnemen zal de
stroombesparingsfunktie
niet werken, ook al
gebruikt u het apparaat
op batterijen.
• Wisselen van
bemonsteringsfrekwentie
tijdens het opnemen kan
leiden tot even
wegvallen van het
geluid.
• Als u tijdens het
opnemen de stand van
de MIC/LINE IN
ingangskeuzeschakelaar
verandert, kan er ietwat
storing in de
bandopnamen hoorbaar
zijn.
• Als tijdens het opnemen
de verlichting van het
uitleesvenster wordt
ingeschakeld, kan er
storing in de
bandopnamen klinken.
In dat geval schakelt u
de verlichting van het
uitleesvenster uit.
• Als de aanduiding
verschijnt bij
opnemen in de AUTO
(AGC) stand, zet dan de
MIC ATT
gevoeligheidskiezer op
20 dB of zet de
mikrofoon iets verder
van de geluidsbron
vandaan.
Opnemen van relatief zachte geluiden
Verminder het opnameniveau (in de handmatige
MANUAL of MIC LIMITER stand) en plaats de
mikrofoon zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Stel
dan het opnameniveau naar wens in. Dit geeft de
helderste opnamen, met zo min mogelijk bijgeluiden.
Kiezen van de mikrofoon(s) voor de beste
opnamen
De kwaliteit van uw bandopnamen is grotendeels
afhankelijk van het soort mikrofoon(s) dat u gebruikt.
Gebruik voor de beste opnamekwaliteit de los
verkrijgbare ECM-MS957 of ECM-MS907
mikrofoon(s).
Geschikte mikrofoons
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn bijpassende
"PLUG IN POWER" mikrofoons verkrijgbaar.
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn geen
mikrofoons met eigen afzonderlijke
stroomvoorziening verkrijgbaar.
NL
19
Opnemen