6
REC
7
PLAY
Tips
• Om onmiddellijk met
opnemen te beginnen, drukt
u in de stopstand of de
weergavestand de ( PLAY
weergavetoets tegelijk met
de r REC opnametoets in.
• Als u tijdens opnemen of in
de opnamepauzestand van
bemonsteringsfrekwentie
wisselt, wordt de nieuw
gekozen
bemonsteringsfrekwentie in
het uitleesvenster
aangegeven.
• Als de cassetterecorder
langer dan vijf minuten in
de opnamepauzestand staat,
zal het apparaat
automatisch overschakelen
naar de stopstand, om
beschadiging van de
bandkop en de band te
voorkomen.
• Als de cassetterecorder
langer dan drie minuten in
de stopstand staat, zal het
apparaat automatisch
overschakelen naar de
stroombesparende stand
(zie blz. 37) om slijtage van
de band te voorkomen en de
batterijen te sparen.
NL
18
Opnemen
Druk de r REC opnametoets en
de P PAUSE pauzetoets in.
PAUSE
De cassetterecorder komt nu in de
pauzestand te staan. Als u alleen de
r REC opnametoets indrukt, komt de
cassetterecorder in de
opnamekontrolestand (zie blz. 26) en
zal het opnemen niet beginnen.
Om te beginnen met opnemen,
PAUSE
drukt u op de ( PLAY
weergavetoets of nogmaals op de
of
P PAUSE pauzetoets.
Dan begint het opnemen.
Overige bedieningsfunkties
Voor het
Stoppen met opnemen
Pauzeren van de opname
Uitschakelen van de pauzestand
Kontroleren van de geluidsbron
Kontroleren van de
tijdens het opnemen
in de stopstand
in de opnamepauzestand
bemonsteringsfrekwentie
drukt u op
p STOP
P PAUSE
P PAUSE of ( PLAY
r REC
Druk net zovaak op de
opnametoets tot de
ingangsbron wordt
aangegeven.
( PLAY
tijdens opnemen, tot de
bemonsteringsfrekwentie
wordt aangegeven.